woensdag 20 november 2013

transgalactisch perspectief 4


R treedt op deze blog aan als gast. Hij neemt zich voor mij 365 berichten te sturen en hij gaf mij de toestemming deze berichten hier te plaatsen.
R wenst anoniem te blijven.


Dag Pascal,

Ik hou van de overheid. Iedereen zou moeten houden van de overheid. De overheid, dat zijn wij. Het zijn onze belangen die de overheid dient, met ons geld en onder ons toezicht. Natuurlijk kan alles beter, maar toch iets om trots op te zijn, zou ik denken. Maar ik behoor geloof ik tot de minderheid. Voor velen is de overheid een noodzakelijk kwaad en een onophoudelijke bron van ergernis en falen. De markt kan volgens de heersende opvatting alles wat de overheid doet, per definitie beter. En beter is dan vooral goedkoper.

Dat is natuurlijk niet waar. De overheid is een appel, de markt een peer. De markt heeft ten doel haar winst te maximaliseren. Niets op tegen, maar dat is een heel andere, en veel engere doelstelling dan de opdracht die de overheid voor ons uitvoert. Die vraagt om een bredere afweging dan alleen de financiële consequenties. Toch lijkt de overheid hiervan nog het minst overtuigd. Zij brengt nog steeds massaal taken, en daarmee ook ambtenaren, naar de markt. Ik zit in zo’n markt: de automatisering.

De Nederlandse overheid werkt vanaf 2017 volledig digitaal. Applaus, zou je zeggen, maar ik zou nog even wachten met klappen. Want de hele automatisering is uitbesteed aan bedrijven. Van advies tot en metbeheer. En bedrijven doen alles wat niet bij wet verboden is om hun winsten te maximaliseren. Dus als het hen helpt om dealtjes met elkaar sluiten, failliet te gaan, te fuseren of gekke dingen te doen, staat de overheid machteloos. Net zo machteloos als in de financiële crisis, waarin de overheid zich ook volledig afhankelijk voelde van de banken en zich genoodzaakt voelde hen een blanco cheque te verstrekken. Herhalingsgevaar = 100%. Echt waar. Bah.

En hoe kan dat nou? Hoe kan de overheid het publieke belang nou aan de bedrijven verkopen? Waarom is ‘socialist’ een scheldwoord? Waarom zijn ambtenaren geen helden maar losers? Wat voor samenleving is dat, die dat vindt? Dat brengt ons bij Remco Campert:


Verzet begint niet met grote woorden

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen



Groet, R