zondag 10 november 2013

doordeweekse zinnen 64-80


131103

64. Je vraagt je toch af wat die modelspoorbaanbouwers bezielt.

131104

65. Nu, je moet maar denken dat je met vijf patatten al een aardige puree kunt vervaardigen, als ik Meus mag geloven.

66. Maldegem ligt niet in Rusland, zegt in 1955 een kramer op de markt van Brugge.

67. S. zal je weer op de vingers tikken, zegt S., want het is ‘Ils étaient furax’, niet ‘furaxes’: adjectif invariable.

68. Een vriend, dat is iemand die jou in Keulen, of zelfs Berlijn, komt halen als je daar zonder geld gestrand bent, vindt S.

69. Zal je een zucht van opluchting slaken als het jaar tweeduizenddertien zonder al te grote calamiteiten kan worden afgesloten?

131105

70. We fantaseerden dat nagelbijter X. na zijn nagels overging op zijn vingers, zijn hele handen verzwolg, de tanden smakelijk in zijn onderarm zette en zo doorging tot hij uiteindelijk zichzelf helemaal had op- en binnenstebuitengegeten.

131106

71. J. raadt me aan, om te lachen veronderstel ik, om minder televisie te kijken en meer boeken te lezen.

131107

72. Met een glas fruitsla probeerde hij zijn al te diplomatische antwoord goed te maken.

131108

73. Ja, over vierentwintig uur begint het weekend, en over dertig jaar liggen we tussen zes planken.

74. Als die blârenblazers niet snel ophouden, ga ik ze met een bazooka te lijf.

131109

75. Houd voor mijn deur de parkeerschijfvoorschriften in 8!

76. Neen, mevrouw, voor mijn geen stiften van de kankeractie want ik verkoop er morgen voor 11.11.11.

77. Hoelang zal het duren vooraleer in ons land mensen met een andere afkomst de meerderheid vormen?

78. Ik weet nog wel waartoe maar niet meer hoe en waar en wanneer ons gesprek begon, en waarmee, en waarom.

79. Hoe kun je mij iets kwalijk nemen als ik zelf niet eens weet wie ik ben?

80. Ik heb een tijd lang veel lol beleefd met die wereldvreemde jongen.