R treedt op deze blog
aan als gast. Hij neemt zich voor mij 365 berichten te sturen en hij gaf mij de
toestemming deze berichten hier te plaatsen.
R wenst anoniem te
blijven.
Dag Pascal,
Magere Hein of Pietje de Dood zoals jullie 'm geloof ik
noemen, heeft het maar druk dit jaar. Zijn zeis raakt op hoorbare afstand,
links en rechts heel goede vrienden. In juli begroef ik mijn jeugdvrienden
Maarten en Winny, met wie ik de moeizame en onomkeerbare stap naar
volwassenheid heb gezet. Gister namen we afscheid van Rob, ook een fantastisch
mens.
Naarmate ik vaker afscheid neem, verandert ook mijn
waarneming tijdens het ritueel. Vroeger dacht ik nog vaak aan wat ik met hem of
haar had meegemaakt, en deed ik daar ook mijn best voor. Nu beperkt mijn
aandacht zich steeds meer tot de details van het moment. De eigenaardigheden
van de ruimte, de geveinsde rust en meelevendheid van de Monuta’s (*), de kwaliteit
van de boxen, de mobieltjes die hun baasjes pesten en de achterhoofden van
huilende mensen. En ook zie ik de tol die de oude mazzelaars moeten betalen
voor het nog in leven zijn. De ogen die regelmatig dicht gaan, de arm van zoon
of dochter, de afwezige blik bij de klets op de parkeerplaats.
Het afscheid is van en voor de nabestaanden, maar vaak staat
de wil van de overledene centraal. Wat deze had willen horen, had willen zeggen
en waar deze wilde liggen. En dan in het geval van mijn vrienden, steevast
eindigend met een borrel waarvan overledene zou willen dat we die op hem of
haar nog zouden gaan drinken. Eind goed, al goed.
(*) In Nederland is een bedrijf, Monuta, dat leeft van ons afscheid. Begonnen als verzekeraar heeft het diverse centra waar je lijken kan stallen en afscheid kan nemen, inclusief mevrouwen van de Monuta die de kist dragen, koffie serveren, de weg naar de toiletten wijzen en dergelijke belangrijke dingen doen, en dat alles in de hoogst denkbare ernst. Het zijn die vrouwen die ik bedoel met 'Monuta's'.