wolkenfragment in Sándor Márai, Gloed
3653
Hij keek naar het landschap,
waarvan de verlatenheid en triestheid hem nu beroerden op een manier zoals
nooit tevoren: hij keek door de ogen van de vrouw naar de puthaken, de zoute
gronden, de berkenbossen en de roze wolken in de avondschemer boven de
vlakte. (17)