dinsdag 31 december 2019

grenzen 5

4.

Grenzen zijn uiteraard niet alleen iets geografisch of politieks. Als we grenzen definiëren als het tussenschot of de tussenzone tussen twee verschillende entiteiten die zich naast elkaar bevinden, komen we daarmee ook terecht in bijvoorbeeld de biologie en de chemie. Ook daar is altijd sprake van invloed of interactie. Stoffen vermengen zich met elkaar. Dier- of plantensoorten parasiteren, dringen in elkaar binnen, vreten elkaar van binnenuit op. Het samengaan van twee entiteiten kan heilzaam zijn, maar ook destructief. Er kan osmose optreden, waarbij de ene entiteit zich via de halfdoorlatende tussenwand door stofuitwisseling aan de naburige entiteit aanpast en er dus van een soort van identificatie of imitatie zou kunnen worden gesproken. Of assimilatie.


Toegepast op de politiek kunnen deze biologische en chemische metaforen een interessant licht werpen op de schaal waarop zich op het ene uiterste punt het separatisme bevindt en op het andere uiterste punt de globalisering. Separatisme gaat elke osmose tegen, is krampachtig gericht op het behoud van de eigen identiteit, terwijl in de geglobaliseerde wereld à la limite alle verschillen worden uitgewist. Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk schrijft in De rustelozen: ‘De mens had gefokte dieren op het eiland binnengebracht, waarmee het inheemse ecosysteem nooit eerder in aanraking was gekomen. Sommige waren achteloos ingevoerd, langgeleden, meer dan tweehonderd jaar geleden, andere waren ontsnapt, wat ogenschijnlijk heel onschuldig leek. Konijnen. Opposums en wezels uit nertsfokkerijen. Uit de tuintjes waren planten ontsnapt. Onlangs had ze nog wegbermen gezien, helemaal begroeid met bloedrode geraniums. Knoflook had de benen genomen en was ver van de bewoonde wereld verwilderd. De bloemen ervan waren bleker geworden, wie weet zou de plant hier na duizenden jaren tot een lokale variant muteren. Mensen als zij werkten hard om te voorkomen dat het eiland niet door de rest van de wereld zou worden besmet. Dat er uit willekeurige zakken geen willekeurige zaadjes op het eiland belandden, dat er op de schil van bananen geen vreemde schimmels het eiland binnenkwamen, waardoor het hele ecosysteem nu in elkaar kon storten. En dat er op de zolen van hun bergschoenen geen andere ongewenste immigranten binnendrongen: bacteriën, insecten en algen. Men moest hierop toezien, hoewel deze strijd al van begin af aan verloren was. Men moest zich erbij neerleggen dat geïsoleerde ecosystemen niet meer van deze tijden waren. De wereld was samengevloeid tot één grote brij.’ (323-324)






lees hier vanaf aflevering 1 van dit stuk over grenzen