zaterdag 9 november 2013

100 voorwerpen 10


(gebaseerd op Neil MacGregor, Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen)

Jômonpot, Japan (5000 v. Chr.)

Gegaarde eikels, een reebokstoofpotje,
vis (ontgraat en gepocheerd) of ribbetjes.
Zet de pot maar op het vuur waartegen
hij bestand is want hij is erin ontstaan.

Een ei valt niet te savoureren zolang
de kalkschaal niet gebroken wordt en
evenzeer is ook dit echt waar: zonder
casserol geen gekookt patatje in de schil.

Vraag is: hoe vind je een casserol uit?
Wie bakte als eerste, nog in het steen-
tijdperk, uit aarde die eerste aarden pot?
Hoge nood, jawel, maar welk deugddeksel?

En ik herhaal: wie bedenkt zoiets?
En dan nog zo vuurvast en nuttig?
Een genie of – dan toch – een kluns
die een kleiklomp in het vuur morste?

’t Was een pyrofiele Jômon-Japanees
die, zonder enige voorbedachte rade,
aan de basis lag van de bedachtzame
theeceremonieën van zeven millennia later

want in zijn ketel, nog steeds intact en  
met verguldsel aan de binnenkant, werd toen
in chique kringen het theewater aan de kook
gebracht en behoedzaam uitgeschonken.

Van Ming tot Wedgwood, van Sèvres tot Boch:
toon mij uw keramiek en keramiekornamenten
(animaal en vegetatief) en ik zeg u wie u bent,
waar u vandaan komt, welke verhuizingen uw volk

heeft overleefd en welke schier onoverkomelijke
calamiteiten, wat uw voedingspatronen waren
en door welke laaiende vuren u werd verteerd.
(Aanbaksels maken koolstofdatering mogelijk.)

En ik herhaal: wie bedenkt zoiets?
En dan nog zo vuurvast en nuttig?
Een genie of – dan toch – een kluns
die een kleiklomp in het vuur morste?