woensdag 3 augustus 2022

notitie 259

4. Montmirail – Sens 101 km

 

Het heeft wel iets, voor zonsopgang vertrekken. Zeker hier in de Aube. *De l’aube à l’Aube*. Het eerste stuk op een *nationale* voelt wel onveilig aan met de aanstormende trucks achter me aan. Eens op de departementale weg richting Esternay is het rustiger, en het wordt ook klaar. Niets aan te doen: de zon komt op. Dat doet ze schuin achter me, waardoor ik de indruk krijg dat ik voor haar op de vlucht sla: als ik snel genoeg rijd, komt ze misschien niet op en blijft het fris. Een mens begint te tobben op de fiets.

Hoe dan ook: ik moet zo snel mogelijk zoveel mogelijk afstand afleggen, en leg er dan ook flink de pees op. Om 9 uur ben ik al in Nogent-sur-Seine. In Esternay was de bakker nog niet wakker maar gelukkig de uitbater van de Coccinelle wel. Ik heb op dat ogenblik al een paar bijzondere waarnemingen gedaan: een doodgereden ik-weet-niet-wat – het heeft bont en is ongeveer zo groot als een bever, maar het is denk ik geen bever. En wat verderop ligt een zeer mooie zangvogel, die ik ook niet kan thuiswijzen. Even voorbij Morsains steken twee loslopende paarden vlak voor een vrachtwagen over, waarna ze mij een tijdje door de akker volgen. Ik ben even bang dat ze me voor de wielen zullen lopen, maar ze geven het op. Een spurtende haas veroorzaakt een stofwolk, zoals dat tekenfilmfiguurtje, en dan zie ik ook nog een hert de weg overspringen, zoals een hert op een verkeersbord inderdaad doet: met gestrekte voor- en achterpoten, uitermate elegant.

Om 11 uur loopt het vat stilaan af. De hitte is werkelijk niet te doen. Ik zoek en vind een bank in de schaduw. Ik bevind mij in het gat Grange-le-Bocage. Een stenen pingpongtafel steekt fotogeniek af tegen de voorgevel van de massieve kerk. Laat-Romaans, vermoed ik. Na een slaapje op de bank besluit ik de inwendige mens te versterken, al heb ik toch de indruk dat vooral de uitwendige aan verzorging toe is. Maar een hongerklop kan ik nu wel missen. De laatste 20 kilometer zijn er te veel aan, maar ik kan nu eenmaal niet anders dan doorrijden tot Sens want hier is werkelijk niets van accommodatie. De uitgebrande auto die ik langs de kant van de weg aantref verbeeldt min of meer hoe ik me voel.

Met een leeglopende achterband bereik ik Sens. In een bar tabac, waar ik om 14 uur mijn eerste koffie van de dag nuttig, helpt een kloon van George Clooney – vergeef me de woordspeling maar de man gelijkt er echt als twee druppels water op – me aan een adres van zowel een fietsenmaker als een toeristenkamer.

Dankzij de talrijke nuttige raadgevingen van de lezers van mijn verslag van gisteren heb ik deze dag van onrustbarende hitte zonder al te veel narigheid doorstaan. 3 liter water, zo goed als geen koffie, zout op mijn tomaat, pet bevochtigen, op tijd insmeren en regelmatig stoppen. Het is nu, 16u45, nog altijd 37 graden. Het weerbericht geeft voor morgen slechts 35 graden. Op Facebook vraagt iemand waarom ik dit in augustus doe. Terechte vraag, maar het kan niet anders. Het is wel de laatste keer dat ik dit in augustus doe, zoveel is zeker. Houd mij tegen indien ik het zou vergeten.