vrijdag 5 augustus 2022

notitie 261

6. Gien – Blois 121 km

 

Mijn laatste zin gisterenavond was een smeekbede om water. Op zoek naar avondeten zag ik boven de skyline van Gien, inclusief de fraaie brug over de Loire, een regenboog – maar regenen deed het niet. Dat deed het wel deze ochtend om half zeven. Toen was er warempel een onweer. Ik sliep nog. Ik heb als een rund geslapen, van tien tot zeven – zeer atypisch voor mijn doen. Mijn lichaam begint moe te worden, blijkbaar.

Ik vertrek om kwart voor acht, zeer gelukkig met de bewolking. Maar ik voel me loom, en mijn ogen zijn gezwollen: de slaap zit er nog in. Mijn stemming is niet bepaald juichend, ook al zit de wind gunstig, is het terrein overwegend vlak, zijn de wegen uitermate rustig en blijven de temperaturen menselijk. Ontbijten doe ik in twee keer: in Coullons en Cerdon. Daar, in dat tweede dorp kan ik voor mijn eerste café crème van de dag warempel kiezen tussen twee tegenover elkaar gelegen bars. Doorslaggevend is het commentaar van een meneer die de bar verlaat die niet ook restaurant is: ‘Un type sympa!’, doelend op de uitbater. Dat blijkt nog te kloppen ook. De man heeft er geen bezwaar tegen dat ik mijn croissant op zijn terras verorber.

Daar loopt de allermooiste reactie tot nu toe binnen. X. schrijft: ‘Ontroerend mooi wat je ons laat lezen op Facebook, Pascal. Hoe je ons laat delen in je vrijheid waardoor je door om het even wat gecapteerd kunt worden.’ Het gaat mij niet in eerste instantie om het mooie compliment. Wel om dit: X. verwoordt heel precies, zonder dat ik daar zelf op zou gekomen zijn, wat de grote meerwaarde is van deze vorm van reizen: de vrijheid, die alles interessant maakt. Zo voel ik het ook aan. De dingen die mijn aandacht trekken zijn geen culturele hoogstandjes of toeristische trekpleisters. Het kan een dier zijn dat over de weg springt, een persoon die vriendelijk lacht, een slok fris water. Het kan van alles zijn, de voorraad ervaringen die mij kunnen ‘capteren’ is onuitputtelijk. De reactie van X. ontroert me omdat ze er komt precies op een moment dat het me wat minder goed afgaat, maar ook omdat ik weet dat X. hunkert naar dat soort van vrijheid.

Gisteren of eergisteren – dat weet ik niet meer, het was naar aanleiding van die vrouwenkwestie die mij een tijd bezighield – opperde S. dat ik dan wel op reis was, maar niet los van Facebook. En dus niet echt op reis. R. zei dan weer dat mijn ‘achterban’ mij toch vleugels moet geven. Beide opmerkingen zijn juist. Inderdaad, ik zit op mijn fiets voortdurend te ‘schrijven’. Maar dat houdt me ook alert. Ik zie veel meer, precies omdat ik ‘s avonds dit verslag wil uitbrengen. Ik probeer de dingen die ik zie en ervaar te onthouden, maak daartoe zelfs wanneer ik ergens stop notities in mijn notitieboekje. En de reacties, raadgevingen en aanmoedigingen van de ‘achterban’, die zowel uit bekenden als onbekenden bestaat, doen zeker deugd.

Bij het binnenrijden van Lamotte-Beuvron zie ik een oudere vrouw in een rode jurk vooroverbuigen om aan een eveneens rode roos te ruiken. ‘Ça sent bon,’ roep ik haar toe in het voorbijrijden. Ze kijkt verwonderd op en lacht. Er zijn nog meer dames op pad, sommige met een boodschappenwagentje (hoe heet zo’n ding op twee wielen)? Er moet markt zijn in het stadje – en inderdaad. Tijd voor enkele aankopen. Keuze te over want er zijn heel wat kramen met erg mooi fruit en natuurlijk uitziende groenten. Ik koop twee tomaten, twee wortelen en twee soorten geitenkaas.

Ik fiets nu al zowat 50 kilometer door een zeer dunbevolkte streek. Pas om de 6 tot 10 kilometer is er een dorp, sommige daarvan, zoals Chaon, zijn mooi. De streek is bosrijk. Er is ook veel vertier: vlakbij Lamotte-Beuvron is er het zeer uitgestrekte Parc Equestre fédéral, en ik zie ook een Center-Parks, ter hoogte waarvan ik bijna overhoop wordt gereden door een man die het nodig vindt om vlak voor mijn voorwiel de oprit naar zijn vakantieverblijf op te draaien. Op een paintballterrein, ‘le plus grand de la région’, zijn de knallen hoorbaar en ik vraag me af wat ze in Cherson op dit ogenblik van dit amusement zouden denken. Er wordt hier ook veel gejaagd, daarvan getuigen de talrijke schuttersopstellingen van waarop de helden van het geweer het in hun richting opgejaagde wild naar hartenlust kan neerknallen.

Voor mijn picknickstop in La Marolle-en-Sologne vraag ik water aan Yves Venon. Ik weet dat hij zo heet omdat het op zijn brievenbus staat. De man is vriendelijk, maar niet echt in voor een babbel.

Als zwaarbepakte fietsreiziger heb ik een hekel aan honden die blaffend een eind meelopen achter de afsluiting van hun tuin, aan verkeersremmers waaraan ook fietsers niet kunnen ontsnappen omdat ze van boord tot boord van de weg de volle hoogte hebben, en aan dorpspleinen zonder bank, of aan dorpspleinen waarvan de enige bank op het middaguur in de volle zon staat. Zo’n dorpsplein heeft La Marolle-en-Sologne. Maar ik heb honger en het volgende dorp (met misschien een bank in de schaduw) is alweer 10 kilometer verder. Naast de kerk staat een sprekende broodautomaat: ‘Veuillez sélectionner le produit préféré’; ‘Veuillez attendre jusqu’à…’ Als dat geen vooruitgang is! Ondanks de bordjes die wijzen op een aanbod van exotische gerechten en ook op de aanwezigheid van mosterd uit Dijon betreedt de hele tijd dat ik op dit plein eet, rust, de broodmachine bewonder en mijn klak bevochtig met water uit het kraantje naast de kerk niet één mens het etablissement van traiteur Au Comoran.

In het laatste stuk richting Blois maak ik nog een omweg om het kasteel van Chambord te zien (het staat in de steigers) en kom ik, helemaal op het laatst, op het fietspad naast de Loire terecht. Kandidaat-fietsreizigers: sla elke uitnodiging om in Frankrijk van een fietspad gebruik te maken in de wind want ook dit keer is dit een aanfluiting. Ik zou het zelfs een pesterij durven noemen: overhangende takken, zware gravel met puntige stenen, slecht gegoten betonstroken, veel te steile stukken die van de oever naar halverwege de dijk voeren en weer terug. En natuurlijk eindigt het pad abrupt en beland je boven op de invalsweg in een verkeerschaos. Enfin, ik klaag niet hoor, maar statistisch begint mijn veralgemening aanspraak te kunnen maken op de status van betrouwbare informatie. Ik ga de speciaal en uitsluitend voor fietsers aangelegde fietspaden in Frankrijk meer en meer uit de weg.