56
Maria, de vrouw van een visser die mij de dag ervoor tijdens
een onrustige vaart verborgen visgronden voor blauwe marlijnen had laten zien, was in de schaduw van de veranda bezig
geweest met het strijken van haar witte was (…)
(Christoph Ransmayr, Atlas
van een bange man, 290-291)
²marlijn (de;
-en) kleine soort van zwaardvis met een sterk verlengde snuit; de blauwe marlijn, wordt tot 4 meter en
weegt ruimt 600 kg (M. ampla),
maikara
57
Want hoewel het strikte planteneters zijn en altijd een
ogenschijnlijk onverstoorbare, slaperige vreedzaamheid aan de dag leggen,
kunnen luiaards met de lange nagels van hun klauwen diepe wonden toebrengen aan
hun natuurlijke vijanden – jaguars, roofvogels en anaconda’s.
(Christoph Ransmayr, Atlas
van een bange man, 292)
anaconda (de;
-‘s) in de Zuid-Amerikaanse tropen levende soort van reuzenslang (Eunectes murinus), syn. waterboa
58
(…) ook mij restte nu niets anders dan mijn gehuurde
motorfiets te parkeren in de schaduw van een pick-upje met een laadbak vol nangka’s en me bij de mensenmenigte te
voegen.
(Christoph Ransmayr, Atlas
van een bange man, 294)
nangka (de (m.);
-‘s) 1 een tropische vruchtboom, syn. Artocarpus
integra 2 de grote vrucht van de nangka (1) die onrijp in groentegerechten
wordt gegeten, syn. jackfruit
59
Een paar geiten verhieven zich bij deze restanten op de
achterpoten, en stonden vervolgens, rechtop vretend, tegen de gebarsten
verdedigingsmuren geleund, als door de toorn der goden in dieren veranderde
belegeraars, en sprongen vervolgens de verder trekkende kudde achterna, die
zich gestaag vanuit de hoogten van de akropolis naar de benedenstad begaf,
langs de koningsgraven in het centrum van de stad, langs de overblijfselen van
de agora, het odeon, en verder, naar
het grote theater, waar op de uitgestrekte rijen met zitplaatsen nog slechts
doornstruiken hadden plaatsgenomen en waar op het toneel als enige stem die van
een razende herdershond te beluisteren viel.
(Christoph Ransmayr, Atlas
van een bange man, 308)
odeon (het; -s)
(in de oudheid) gebouw waarin dichterlijke en muzikale wedstrijden werden
gehouden; – (thans) naam van opera- en concertgebouwen
60
Maar de eerste huizen die ik te zien kreeg waren dodenhuizen
– reliekschrijnen, chörten, die
slechts de as bevatten van verbrande heiligen of monniken, het stof van de
zielsverhuizing.
(Christoph Ransmayr, Atlas
van een bange man, 349)
chorten (de (m.);
-s) boeddhistisch gedenkteken (in de Himalaya)