zaterdag 21 april 2018

van Dale 51-55


51
‘Tot te veel beesten graasden / te veel mongolen loeiden / te veel prognaten verfden met hun tenen.’
(Hugo Claus, ‘Cobra’, in Hugo Claus, con amore (tentoonstellingscatalogus), 79)  

prognaten (mv.) mensen bij wie de kin en de jukbeenderen sterk vooruitsteken en de ogen ver van elkaar staan, tgov. orthognaten

52
De gestalte week niet van zijn plek, terwijl ik een beschaduwde delling doorkruiste, eerst omlaag en toen weer omhoog, en dus vreesde ik al om bij die wachttoren een soldaat tegen te komen of een opzichter, die mij vanwege de bouwvallige staat waarin de muur hier verkeerde zou verbieden om verder te wandelen.
(Christoph Ransmayr, Atlas van een bange man, 19)

delling (de (v.); -en) 1 (gew.) inzinking van de bodem, laagte, kuil, syn. del 2 (gew.) glooiing

53
Ik zag een open graf in de schaduw van een torenhoge araucaria.
(Christoph Ransmayr, Atlas van een bange man, 24)

araucaria (de (m.); -‘s) het coniferengeslacht Araucaria, m.n. de apenboom

54
Met vliegende galopwisselingen, met pesaden en levaden, met zijsprongen en courbetten, liet hij de stier vaak tot op een handbreedte van zijn laarzen komen, en dus ook van de paardenbuik, tot hij zijn schimmel met een nauwelijks merkbaar aantrekken van de teugels of een druk met de kuiten liet wegdansen in een gracieuze levensreddende uitwijkmanoeuvre.
(Christoph Ransmayr, Atlas van een bange man, 38-39)

levade (de (v.)) het steigeren van een paard op bevel van de ruiter, als dressuurproef
courbette /kurbɛtә/ (de) (rijsch.) 1 korte boogsprong 2 ingehouden galop met ingetrokken benen

55
De rij van onze verzamelde bagagestukken bleek uiteindelijk drie keer zo lang als onze bus, die onder de modderkorsten zat, en waarvan de onderkant nu werd onderzocht door twee leden van de grenspolitie in uniform, met behulp van spiegels die gemonteerd waren op stangen met wieltjes; vervolgens liepen ze de rijen lege stoelen in de bus langs, die besnuffeld werden door een lichtharige, bijna blonde, schapendoes.
(Christoph Ransmayr, Atlas van een bange man, 247)

schapendoes (de (m.)) hoogbenige, langharige Nederlandse herdershond