Ik had echter – vervloekt – na het einde van een zeereis
door de noordelijke poolstreken, mijn verblijf in Moermansk nog met één dag
verlengd; vanwege een rondvaart! – een rondvaart door de belangrijkste haven
van de Russische Noordelijke vloot en ijsbrekervloot en ik was vervolgens aan
boord van een voor toeristische doeleinden omgebouwde visserstrawler langs
paraat liggende slagschepen gevaren en door de Kolabaai, een bijna zestig
kilometer lange fjord in de Barentszzee, waar in de stilgelegde scheepswerven
en de weggerotte dokken talloze wrakken van kruisers, fregatten, torpedoboten,
en onderzeeboten van alle klassen lagen weg te roesten, gekapseisd of half
gezonken.
Christoph Ransmayr, Atlas
van een bange man, 279-280
ǁ
En wat zou een bewonderenswaardige basis zijn voor een vloot
kruisers die zich elk moment op Engeland kon storten? Juist, de kust bij
Moermansk. Het was in de lente van 1894 dat hij me wat materiaal gaf – erg aardig
van hem, maar Russen zijn gespecialiseerd in dit soort attenties – voor een
klein rapport aan B.Z. over Moermansk als vlootbasis; ik vraag mij af of er al
eerder gesproken was over de strategische mogelijkheden van dat verafgelegen
gebied.
Norman Douglas, Terugblik,
73