Het einde van Homo sapiens
Als diersoort lijkt Sapiens
onderworpen aan ‘biologisch bepaalde begrenzingen’. Maar daar begint hij nu
aan te ontsnappen met ‘intelligent design’, eerder door hemzelf toegepast op
dieren die eigenschappen hadden die hem interesseerden. Dat gebeurde tot nu toe
op een manier die de wetten van de natuur en van de natuurlijke selectie niet
overtraden. Nu echter breekt de mens de codes en lijkt het genetisch geknutsel
pas goed een aanvang te nemen. Intelligent design kan al op drie manieren de
natuurlijke selectie vervangen.
De eerste manier is biologische modificatie. Dat gaat van
operatieve ingrepen zoals castratie tot het op het niveau van de genen
aannaaien van een oor – wat in 1996 daadwerkelijk gebeurde met een muis. Genetische
modificatie vindt in de planten-, schimmel-, bacteriën- en dierenwereld al volop
plaats. Op het creëren van Übermenschen staat – voorlopig nog – een ethische
rem. Genetische manipulatie is ook mogelijk met relicten uit een ver verleden:
het wordt mogelijk om met gereconstrueerde DNA mammoeten of neanderthalers te
‘maken’. Of een ‘betere sapiens’, why
not? – een die slimmer is dan de huidige en zijn leefwereld niet kapotmaakt
bijvoorbeeld, of een die niet meer ziek wordt en zelfs niet meer doodgaat, of een
die, mits inplanting van een monogamie-gen, bij zijn partner blijft. ‘Voor je
het weet gaan we zo uitgebreid aan Homo
sapiens prutsen dat we uiteindelijk geen Homo sapiens meer zijn.’
De tweede manier is de bouw van cyborgs: wezens – niet
alleen mensen! – met ‘organische én anorganische lichaamsdelen’. De
toepassingen zijn legio, van militair tot geneeskundig, van protheses allerhand
tot pacemakers en een interface tussen brein en computer.
De derde manier is de constructie van anorganisch leven. Zelf-evoluerende
computerprogramma’s zijn hiervan een voorbeeld. Op dit moment probeert men een
computer te maken die een compleet menselijk brein reproduceert.
De gevolgen van dit alles zijn onoverzienbaar op vele
vlakken: psychologie, jurisdictie, gezondheidszorg, sociale zekerheid,
enzovoort. En niet te vergeten: de ethiek. Wat met het Gilgamesjproject (mensen
creëren die niet sterven)? Wat met de mogelijkheid om mensen te klonen of
gewoon meteen Übermenschen te creëren? We staan misschien op het punt een
samenleving in het leven te roepen die meer dan ooit de ongelijkheid
installeert en die eigenlijk niet meer te bevatten is met de nu geldende
categorieën. Waarin door Sapiens gecreëerde wezens het van Sapiens overnemen.
De vraag is niet of het
zal gebeuren, maar wanneer en hoe. Als de technische en
wetenschappelijke mogelijkheid er is, zal
het gebeuren, desnoods met Gilgamesj als voorwendsel. De mens, ooit een
‘onbeduidende diersoort (…) in een uithoek van Afrika’ staat op het punt ‘een
god’ te worden.
(einde van dit lectuurverslag)