woensdag 25 april 2018

de lente van 2018 – 9


149 – De koperen muntjes uit mijn kindertijd waren die van 20 en 50 centimes, met de mijnwerkerskop van Meunier erop. En je had de nikkelen 25 centimes. Ze zijn allemaal, samen met de frank, verdwenen. Zoals nu ook de rosse eurocenten alweer volop aan het verdwijnen zijn (en naar verluidt bij numismatische transacties al een veelvoud van hun nominale waarde scoren). Het exemplaar dat ik gisteren in Ryckevelde vond en opraapte, was – meer dan een eeuw oud – nieuw voor mij. Ik keek uit waar ik tussen de scherpe scherven bouwmateriaal die waren uitgestort om de landweg te verstevigen het best mijn voeten in het rulle zand kon neerplanten en zo viel mij oog erop.


Ik had nooit eerder zo’n muntstuk gezien. Aan de ene zijde houdt een over zijn schouder achteruit kijkende leeuw (met krols gekrulde staart) een stenen tafel vast: constitution belge 183* (laatste cijfer onleesbaar) staat er in kapitalen op. De landspreuk in het Frans, en onderaan de waarde: ‘2 CENTs’. Op de andere kant, de keerzijde zeg maar: een gekroonde en van sierlijke krullen voorziene kapitale ‘A’, ‘Albert roi des Belges’. Zouden ze toen al Nederlandstalige munten geslagen hebben?

De munt lag tussen de scherven. Zijn ronde vorm verraadde hem: ik zag eerst de cirkel, pas nadien wat het was. Hoelang lag dit tweecentimestuk hier al? Uit wiens broekzak was het gevallen? Die van een kind? En was dat verlies dan een klein drama geweest? Wie had hem voor het laatst uitgegeven en wat was ermee aangeschaft? Wát kon je ermee kopen? Het jaartal – 1912 – bezorgde mij een historische sensatie, of beter, een sensatie van historiciteit. Het ding stamt uit een vervlogen eeuw, heeft twee wereldoorlogen over zich heen gekregen. De Titanic verging dat jaar. Leopold II had nog maar net zijn gestolen land, bron van onze welvaart, aan de staat overgemaakt en Albert was nog niet van zijn rots gevallen. De vooruitgangsideologie moest nog volop op gang komen en tot diep in ons de geesten verzieken.

Wat verderop: een tractor trekt een rechte voor in het land – komen daar ook munten naar boven?