wolkenfragmenten uit Herman Leenders, God speelt drieband
2439
Ze woonde in een oude, authentieke
maar energieverslindende pastorie, die was opgetrokken uit de voor de streek
typische naoorlogse gele baksteen, met rondom een terrein van een hectare (ze
sprak niet in vierkante meters), op een steenworp afstand van de Schreve, in
het westen van het land dus, waar het weer opklaart of waar de wolken
uit Frankrijk binnendrijven en de eerste druppels vallen, waar de soldaten
onder gemillimeterde graszoden liggen, waar de tijd langzamer voortkruipt dan
in de rest van het land. (13-14)
2440
Bij hem was het bewolkt en
fris. Zij zat in de zon en keek vanachter haar zonnebril naar een paar witte wolkjes. (50)
2441
Als de zon achter de wolken
of de bomen verdween, mocht het getemde licht weer binnensijpelen. (76)
2442
Onderschat de weemoed van de
handelsreiziger niet terwijl hij – met naast zich een lege passagiersstoel –
door velden rijdt die zich op hun rug hebben gedraaid, onder een colonne
onweerswolken, voorbij oude villa’s met slanke flikkerende silhouetten,
voorbij uitgestrekte landerijen met betonnen stallen terwijl op de radio het
derde pianoconcerto van Rachmaninov speelt. (118)
2443
Het was hoogzomer, maar het was bewolkt. (129)
2444
Hij had de zon zien opkomen onder
een muts van wolken of klimmend langs stammen en kruinen, en hij had de
zon zien ondergaan in een bloedbad aan de horizon. (158)