wolkenfragmenten
uit Jeroen Brouwers, Het hout
1349
Hij verdwijnt achter de deur met zijn
zwetende rodekoolhoofd, zijn bolle tors, zijn navel waar het haar omheen groeit
als bewolking die een kringspier vormt om zuster maan.
(37)
1350
De muur waar ik niet overheen kan, de
hoge barse gevels rondom de speelplaats waar tegen een bal wordt geschopt, het
torentje op de kapel en de lichte lucht met wolken.
(242)