vrijdag 27 februari 2015

driekleur 174



Hij volgde haar aanwijzingen op en vond een jonge zwarte vrouw aan een stalen bureau dat vol stond met beelden van trouw en solidariteit in gouden lijsten, kinderen en ouders, een sombere bruine jongen in een bruin militair uniform, een lachend gezin aan de oever van een meer; er was zelfs een foto van een huis, een gewoon klein buitenhuis ergens, met een groen gazon ervoor. Ze las Richards beëdigde verklaring zonder commentaar. Hij onderdrukte zijn drang om haar zijn excuses aan te bieden. Ze vroeg zijn rijbewijs en vergelijk het gezicht erop met het zijne. Ze overhandigde hem een pen en plaatste een rode stempel van onherroepelijkheid naast zijn handtekening. De rode bal hing nog in de lucht, ergens in een doos met dia’s die hij nooit meer zou zien (…)

John Updike, Een huwelijk in afleveringen, 180-181