maandag 17 februari 2020

vorig jaar 90


190217
(…) * (…) naar Oostende voor de voorstelling in Vrijstaat O. van het brievenboek van Joseph Roth en Stefan Zweig Elke vriendschap met mij is verderfelijk, waar behalve vertaalster Els Snick onder meer ook Jeroen Olyslaegers is. Jelle Van Riet modereert, en doet dat voortreffelijk. Een jongedame leest enkele goed uitgekozen brieven voor. Ik schrijf hier enkele notities uit die ik ter plekke nam. / Het jodendom verbond hen. / Er was Roth-de-romancier en Roth-de-journalist. Hij had een bijzonder scherp oog. In het detail en in het lokale mikte hij altijd op het universele. / Zweig: ‘Het ware leven is het dubbelleven.’; ‘Anonimiteit is nodig om goed te observeren.’ (Hij beklaagde zich over zijn roem; beter ware het geweest om onder pseudoniem te publiceren, vond hij.) / Roth: ‘Misschien houden we het antisemitisme in stand alleen door het te benoemen.’ (Aan Olyslaegers werd hierover een op de ‘Vlaamse identiteit’ toegespitste vraag gesteld. Het valt mij eens te meer op dat hij dit ontwijkt. Hij zal het Vlaams-nationalisme nooit expliciet als aan te vallen ideologie bestempelen. Is dat diplomatie?) / Het verschil tussen beide als het om engagement gaat: Zweig weigert zich uit te spreken ten overstaan van de pers; Roth richt op het eind van zijn leven, in uiterste ellende, nog een vluchtelingencomité op. / Der Antichrist is een nauwelijks verhulde aanval op Hitler. / Olyslaegers noemt Ongeduld van Zweig een van zijn lievelingsboeken. / Milan Kundera: ‘de mist van de geschiedenis’. We mogen in onze interpretatie van het verleden nooit vergeten dat de protagonisten van toen nog niet wisten wat wij nu al weten. Bijvoorbeeld in de beoordeling-veroordeling van Zweig en Roth in verband met hun houding ten aanzien van het naderende gevaar van het nazisme en de op til staande jodenvervolging. Vergelijk het met de huidige toestand, met het dictum ‘het is vijf voor twaalf’. Is het werkelijk vijf voor twaalf? Dat zullen we pas veel later echt weten. / De oncommuniceerbaarheid van diepe ellende en grove ongelijkheid. Zweig heeft zich, vanuit zijn welvaart en gemakkelijke materiële positie wellicht nooit ten volle kunnen inleven in de deplorabele toestand waarin Roth op het eind van zijn leven was terechtgekomen. (…) / Roth op 26 maart 1933: ‘De wereld is veel killer geworden. We moeten in deze tijden zoveel mogelijk contact met elkaar houden.’ / Zweig benadrukte, zoals Erasmus, de redelijkheid van de mens. Erasmus, wiens biografie Zweig schreef, bracht de redelijkheid in stelling tegen de naderende godsdienstoorlogen. Roth vond niet dat de mens zo redelijk was. De redelijkheid is maar een laagje vernis. Redelijkheid is niet een essentiële eigenschap van de menselijke soort. / * Ik koop aan het standje van boekhandel Corman Spoken in Moskou. Reportages en brieven uit Rusland, ook vertaald door Els Snick, waarin ik meteen op de terugweg in de trein aan begin. Het voorwoord van Tom Lanoye stelt teleur. * In een van de voorgelezen citaten is er sprake van ‘capricieuze regenval’. Ik kies nadien op restaurant een pizza capricciosa. Spel van het onderbewustzijn? * W. vertelt over een kroegentocht in Oostende. Op een gegeven ogenblik was hij samen met zijn kameraad in een homobar terechtgekomen, genaamd de ‘DingDong’. M. vertelt dat een van zijn eerste opdrachten als architect was om iets te doen aan het rommelige interieur van een kantoortje waar holebibelangen werden behartigd. Hij stelde voor om dat interieur te ‘homogeniseren’ en kreeg op basis van die onbedoelde witz meteen de opdracht. H. vertelt over de uitzending van De Afspraak op Vrijdag, hoe Francken daar blijkbaar een halfuur lang een podium kreeg en hoe Ivan De Vadder daar blijkbaar beaat bij zat te glimlachen. De Vadder wordt de volgende gecoöpteerde senator, aldus nog H. * Er is blijkbaar enige ophef rond Alain Finkielkraut. Hij zou in Parijs zijn belaagd door gillets jaunes die hem antisemitische verwijten zouden hebben toegevoegd. Ik zie een filmpje en daarop is nauwelijks méér te zien dan wat dom verbaal geweld. Niet goed te praten, natuurlijk, maar moet er daarom weer zo’n ophef worden gemaakt? Slachtofferrol. Finkielkraut vertelt ook nog dat hij vorig jaar eens was gaan kijken naar een pro-Palestijnse manifestatie. Daar had hij ook dergelijke antisemitische verwijten moeten incasseren. Tja, je moet het niet zoeken, natuurlijk. * Zelfportret. De intense ervaring van afstand, vervreemding: die kop, zoals hij eruitziet, dat ben jij, zo zien anderen jou. * Drieëntwintig jaar na de eerste keer herlees ik Het Boek Van Violet En Dood (allemaal hoofdletters). En dan dat besef: als ik nog eens drieëntwintig jaar laat voorbijgaan voor de derde keer, ben ik tachtig. Zal ik dan nog kùnnen lezen, überhaupt? *