zondag 9 februari 2020

parallel 145


Vandaar de gerechtvaardigde belangstelling van de criticus voor ‘hoe het ding in elkaar is gezet’, voor de anatomie van de compositie en de geschiedenis van de vervaardiging. De kunstcriticus probeert de oorspronkelijke schets aan het licht te brengen, de delen van het doek die achtereenvolgens zijn overgeschilderd. De literaire criticus en de muziekcriticus peinzen over eerste versies en doorhalingen.

George Steiner, Heeft waarheid een toekomst?, 94-95

ǁ

Urenlang boog ik me over Elsa’s vergelende gelinieerde en ongelinieerde papieren en bestudeerde de ene na de andere versie van hetzelfde gedicht tot het me duizelde en ik er pijn aan mijn ogen van kreeg.

Siri Hustvedt, Herinneringen aan de toekomst, 12