090606 zaterdag
[…] * Ik probeer ook maar op mijn eenvoudige manier iets te creëren. Misschien investeer ik er te veel ernst in, het zou kunnen. * Ik was een halfuurtje bij J en L. Ze waren aan het ontbijt. A smeerde er lustig chocopasta op los, G zat bezorgd naast haar mama. […] J was rustig, hij moest zich enkel kwaad maken toen A keelpastilles als snoep wenste te beschouwen. 'Ja maar, ik heb hoofd-, euh, keelpijn', verdedigde ze zich nog. * […] * […] * Op weg naar huis voel ik het opkomen: […] Ik neem mij voor om in mijn bed te kruipen maar er is nog zoveel te doen… Uiteindelijk sleep ik mezelf naar de Carrefour, voor de laatste inkopen, en voor basilicum moet ik nog naar de Kwalito… Enfin, het is een lijdensweg. […] Ik kruip alsnog in bed, en val na één bladzijde Mann in een diepe slaap waaruit ik gebroken en met hoofdpijn ontwaak. Hoe moet het nu? Ik begin van lieverlee het eten klaar te maken: asperges ‘op Vlaamse wijze’, met eieren en peterselie dus, maar ook: gebakken in de whisky; tomaten met mozarella en basilicum – en S, die rond 6 uur aankomt, maakt een (koude) komkommersoep. G en M zijn hier als eersten. G heeft een boek mee van Berlinde de Bruyckere. We praten daar wat over. Ik maak van hen beiden een foto. Tegen een uur of 8 zijn ook G en G daar. […] Het werk, G’s reizen, het voornemen om te fietsen, gefotografeerd worden en privacy, luchtvaartmaatschappijen die worden afgewogen… […] Om de stroom wat te doorbreken, lees ik ‘De coureur van Meulebeke’ van Pjeroo Roobjee voor. Nooit eerder lukte dat zo goed. G en G hadden het al eens gehoord, maar vonden het niet erg nog eens te moeten luisteren.