Half 6 op, hoofdpijn. […] * Hesse, volgens Prinz. De Duitse naoorlogse repressie tegen intellectuelen zoals Mann en Hesse die ‘niet genoeg’ afstand hadden genomen van het naziregime.
Waarom ik het gedaan heb, weet ik eigenlijk niet goed maar ik heb me een paar dagen verdiept in de biografie van Hermann Hesse. Bij nader inzien ben ik er vanuit Thomas Mann toe gekomen. Uit diens dagboek bleek dat hij vaak contact had met Hesse, en ik wou dan wel eens de briefwisseling tussen beide coryfeeën lezen, die hier door een van de gunstige winden van weleer op een van mijn boekenplanken is terechtgekomen, maar waarom zou ik dan eerst niet de biografie van Alois Prinz lezen die ik een week of drie geleden in De Slegte aantrof – en ja, dan had ik ook nog dat aan Gerhart Hauptmann en Hermann Hesse gewijde en in 1964 gepubliceerde deel van het bij vele Vlaamse boekenverzamelaars van een vorige generatie bekende ‘Pantheon der winnaars van de Nobelprijs voor Literatuur’ van ‘Uitgeverij Heideland – Hasselt’, met daarin een essay van Wim van Maeslandt. Dat essay van 25 bladzijden bleek uitermate helder en moet qua filologische diepgang niet onderdoen voor de hele Prinz – zij het dat je er dan wel de met ‘Uitgeverij Heideland – Hasselt’ verbonden katholieke strekking moet bijnemen. Zo besluit Van Maeslandt zijn bondige overzicht van Hesses leven met het bezwaar dat Hesses religieuze hunkering altijd een iets betrof, nooit een iemand. Maar de devote Hessekenner voegt er aan toe: ‘Al heeft hij de persoonlijke god huiverend vermoed. En nu reeds persoonlijk ontmoet, geloven wij. Hesse overleed op 9 augustus 1962 te Montagnola (bij Lugano).’
Het was bitter lang geleden dat ik me nog met Hesse had beziggehouden. Nu wordt dat niet meer gedaan of ondergaan, maar mijn generatie worstelde zich nog in de late puberteit doorheen de topzware en bangelijk megabevlogen romans van de Zuid-Duitse Zwitser: Demian, Gertrud, De steppewolf, Knulp, Narziss & Goldmund, Siddharta… Tot Het kralenspel reikte mijn verknochtheid niet.
Een blijvende indruk hebben al die boeken op mij niet gemaakt. Enkel De steppewolf is mij bijgebleven – maar dan enkel doordat ik er een boekbespreking aan heb gewijd, een die veel beter bleek te zijn dan wat in die tijd van een laatstejaarsstudent middelbare school werd verwacht en die me, dat weet ik nog, een negentien op twintig opleverde. Hesse zou er om hebben kunnen lachen, denk ik.
Wat zou ik graag nog eens dat werkstukje onder ogen krijgen.
Voor de rest was het vooral een modeverschijnsel, Hesse lezen. Nu zou je met dat halfzachte tirolergeneuzel zelfs op de voorste banken van de klas geen vijf minuten de aandacht meer kunnen vasthouden.
En, zult u vragen, hoe is het aangekomen? Vermag Hesse jou nog te boeien? Ik zal het u na mijn voorgenomen herlezing van Peter Camenzind weten te vertellen. Want dat wil ik nog wel eens weten: hoe zo’n roman na al die jaren nog bekt. Of de millenniumwissel er niet te veel aan is geweest. En hoe het bij mij overkomt, nu ik mijn puberteit toch ook alweer een tijdje achter mij heb gelaten (mathematisch gesproken toch), en ook niet meer zo onderhevig ben aan modeverschijnselen bij de keuze van mijn lectuur.
Van Hesses leven wist ik eigenlijk niets. Ik heb hem bij Prinz leren kennen als een toch wel vrij onmogelijk creatuur. Een halfslachtige twijfelaar, een sombere tobber, een onmogelijke mens – dat laatste voor zichzelf maar toch zeker ook voor zijn omgeving en in het bijzonder voor de drie vrouwen met wie hij gehuwd is geweest. Overtuigd als hij was dat goed én kwaad allebei inherent zijn aan het wezen van de wereld en de mens, wist hij geen duidelijke keuzes te maken. Vandaag zou dat geen onoverkomelijk bezwaar zijn, maar voor iemand die betrokken is bij een land dat in amper 25 jaar tijd twee wereldoorlogen en een genocide ontketent, is zoiets toch lichtjes problematisch. Hesse was dan ook niet altijd bij iedereen even geliefd. En in zijn jeugd moet hij al helemaal een onmogelijke etter zijn geweest, die de ene na de andere hem geboden kans vakkundig de nek omwrong. Je zou het niet direct verwachten van de moralist en pacifist die deze goeroe van een generatie rockers later geworden is.
* Te voet naar de markt. Ik koop, zonder te weten waarom, simpelweg trappend in een reclameaanbieding, vier (4!) kilo witloof. Ik maak enkele foto’s met de Minolta, maar zonder al te veel overtuiging. Ik zie C en P, die nog mee naar binnen komt voor een koffie. Over de werkzaamheden van S, de tentoonstelling van G in Kortrijk, de nakende verhuizing van S. Ik geef P een kilootje witloof mee. * Ik begin net met de witloofsoep, wanneer P aanbelt. C[hips] is ook mee en houdt zich de hele tijd gedeisd – al begint het gesprek dat we voeren over de beweegredenen voor mijn Italiëreis, mijn tijdsbesteding en P’s blog hem na een dik halfuur toch aardig te vervelen. Ook voor P een kilo witloof. * Naar de fotowinkel om mijn Nikon op te halen, waarvan de sensor gereinigd is. Op de geheugenkaart staat een foto met een boezem die ik niet herken.
© ?
* Ik werk de soep af en eet een eerste kommetje bij het middagjournaal. * De namiddag verloopt versnipperd: lectuur, de Girorit, wat slapen. S is hier van 4 tot 6. * Ik lees een essay over Hesse van Wim van Maeslandt in het Hesse-Hauptmann-deel van het ‘Pantheon der winnaars van de Nobelprijs voor Literatuur’. * Om 8 is S hier terug, we kijken naar:
Brideshead Revisited (Julian Jarrold, 2008). ‘Als u niet in God gelooft, wat doet u dan op deze Aarde?’ Dat is wat je noemt een pertinente vraag. Of: met de deur in huis vallen. Daar heb je niet meteen van terug. Toch heeft Charles een antwoord klaar: ‘Ik leef mijn leven en probeer gelukkig te zijn.’ Het is echter niet afdoend voor Lady Marchmain. ‘Geluk? Wat is geluk? Geluk stelt niets voor. Enkel het hiernamaals telt.’ Ik vond het een onderhoudende (zeker in de eerste helft) en bijwijlen intelligente film. Sommige scènes zijn bijzonder goed gemaakt, bijvoorbeeld de carnaval- en verdwaalscène in Venetië, waar met een minimum aan middelen een maximaal effect van verwarring en zinsverbijstering wordt bereikt.
* Daarna is er nog voetbal op tv. Gelukkig dat Bolat voor Standard in de toegevoegde tijd een penalty stopt. Ruiz trapte hem niet slecht, dus dat kan niet georchestreerd geweest zijn: dat er testwedstrijden komen tussen Standard en Anderlecht kan niet op voorhand hebben vastgelegen.