donderdag 18 maart 2021

op naar de zestig 149


Een arbeider, pardon, medewerker van het nutsbedrijf Fluvius heeft zijn kleine eigentijdse vrachtwagen met uitklapbare veiligheidsstutten en ingebouwde hoogtewerker vakkundig, dat wil zeggen alle stabiliteitsvereisten in acht nemend, neergepoot op het kasseienplein voor het veertiende-eeuwse Brugse stadhuis, en vervangt, gehuld in fluogele werkkledij, een lamp van de aldaar geposteerde archaïserende duolantaarn. Zo doende brengt hij verlichting in deze duistere tijd waarin de verkozenen des volks, in casu de leden van de gemeenteraad, de schepenen en de burgemeester, net als het volk zelf overigens, rondtasten op zoek naar adequate oplossingen. Vanuit hun nissen kijken historische figuren toe op dit doordeweekse tafereel.

210309