4043
De man richtte de lichtbundel weer op de grond, keek naar de wolken en knipte de lamp uit. (80)
4044
Ik had niet het idee dat hij zijn stem had verheven maar zij keek niet langer naar de waterige wolk in het raam en richtte haar blik, net als de man, op het midden van de vloer van de winkel. (87-88)