woensdag 17 maart 2021

op naar de zestig 148


Kapitein Oliepul, W.G. Sebald en Gustave van de Woestijne. Dat zijn de drie artistieke connotaties die deze tegen de leesrichting in schuivende schuit bij me oproepen. Willem-Joris Oliepul bestiert in de albums van Marc Sleen een min of meer gelijkaardig nutsvaartuig. In Melancholische dwaalwegen wijdt de Duitse schrijver W.G. Sebald aan een voorbijvarende aak een passage die mij altijd is bijgebleven. En hoe is Gustave van de Woestijne hier aanwezig? Wel, in de grillig gevormde rechtse van de twee kleine kale eikjes aan de overkant van het kanaal: dat silhouet zou je zo op een van zijn schilderijen kunnen aantreffen.

210308