zondag 14 maart 2021

op naar de zestig 146

 

Ik prijs mezelf gelukkig. Tot nu toe werd ik niet rechtstreeks geconfronteerd met de echt erge gevolgen van de coronacrisis – zoals geïntubeerde, op hun buik liggende, zwaar ademende zwaarlijvige mannen op de intensive care, bezoekjes aan oma achter het raam van het woonzorgcentrum, begrafenissen zonder familie. Daarmee vergeleken is wat mij hindert totaal onbelangrijk: de mondmaskerplicht. Ik erken dat het vaak nodig en nuttig is, niet het minst voor ánderen, maar vind het toch treurigmakend telkens maar een half gelaat te zien. Zeker als het gaat om wandelaars in het bos, solitaire chauffeurs in hun auto, fietsers en zelfs joggers.

210306