De enige geschiedenis die wij hebben, wij, kinderen
van de babyboomgeneratie, is dat wij er geen hebben. Ons grootste avontuur is
ons gebrek aan avontuur.19 De enige incertitude is op den duur of we
al dan niet een kwalijke ziekte krijgen. Of dat een van onze kinderen wordt
doodgereden. Of aan de drugs gaat. Of dat de fabriek die ons werk verschaft
over de kop gaat of delocaliseert – en dat wij daardoor met precariteit zullen
worden geconfronteerd. Maar het sociale vangnet behoedt ons! (Hoelang nog?) Al
bij al leiden wij de brave levens waarvan wij in de sitcoms op tv de verhevigde
versies en onwaarschijnlijkere combinaties zien defileren en fileren, en die
wij in de roddelblaadjes gelegitimeerd zien omdat ook celibrities er niet aan
ontsnappen.
Neen, ik heb geen persoonlijke geschiedenis die bol
staat van historische relevantie, heroïek, paradigmatische exemplariteit. Ik
leid een banaal bestaan – en ik lijd daar niet onder. Ik ben geen
ontdekkingsreiziger, geen promiscuë koorddanser, geen bijziende loodgietersknecht
of handboogschutter.20 Ik ben geen verzetstrijder of
oorlogscorrespondent wiens voornaam als titel wordt gebruikt voor een met
aangekochte reportages ingevuld tv-programma in prime time.21
Ik heb geen penicilline uitgevonden of een techniek om op grote afstand
microchirurgische operaties uit te voeren. Ik spring niet uit vliegtuigen, duik
niet van kliffen, schamp mij niet aan koraalriffen.
Trouwens, wat valt er nog te ontdekken. Er staan geen
witte vlekken meer op de kaart.
Moet ik daarom zwijgen? Moet ik daarom de behoefte om
mij uit te drukken onderdrukken? Ik dacht het niet. Evengoed kan ik de noodzaak
voelen om te spreken, mij uit te spreken, te vertellen waar het mij om gaat,
waar het mij om te doen is. Mijn leven is een leven, evengoed als – ik doe een
willekeurige greep in mijn boekenkast – dat van het kind dat de Shoah heeft
overleefd en nu op zoek gaat naar zijn roots,22 als dat van de
geheim agent die een doorzopen gezant moet ophalen in een verre missiepost diep
in de jungle,23 als dat van een boekhoudertje dat, deel uitmakend
van een groepje vrienden, pijprokend en rondslenterend in de nabijheid van
grote rivieren er niet in slaagt om het voornemen waar te maken om niet aan
kleinburgerlijkheid ten onder te gaan.24
De enige explosie die ik ooit heb meegemaakt, is, ik
zei het al, de babyboom. Ik ben kind
van een gouden generatie – of juister: van een generatie die lang van zichzelf
heeft gedacht dat ze een gouden generatie was omdat ze dat etiket opgespeld
kreeg en van niet beter wist. Een gouden generatie, die opgroeide in de Golden Sixties. En die nu ongewapend en
ongehard hardere tijden tegemoetgaat omdat ze nooit iets tekort heeft gehad en
daardoor is verwekelijkt.
Hoe geschiedenisloos ook in dat bredere perspectief,
mijn verhaal is hier en daar toch niet helemaal rechtlijnig. Er zijn hoeken
waaraan ik mij, vooral in retrospectief, stoten kan en die – als ik het goed
aan boord leg, wat ik uiteraard wil proberen – ook een ander zouden kunnen
bezeren of ontroeren. Dat verhaal wil ik vertellen. Het is evenzeer een
verhaal.
19 Milan Kundera ergens, maar waar?
20 Delphine Lecompte, passim.
21 https://www.canvas.be/vranckx
22 W.G. Sebald, Austerlitz
23 Louis-Ferdinand Céline, Reis naar het einde van de nacht
24 Nescio, Titaantjes
20 Delphine Lecompte, passim.
21 https://www.canvas.be/vranckx
22 W.G. Sebald, Austerlitz
23 Louis-Ferdinand Céline, Reis naar het einde van de nacht
24 Nescio, Titaantjes