K. schrijft: ‘Het gefermenteerd verhaal van je leven,
met een aanzienlijk lezers- en schrijversleven als voedingsbodem, het ei waar
je al zolang lang op zit te broeden. Intens, pakkend, zwaar op de hand ook, de
uiting van hoe jij met de ervaring van jouw leven probeert om te gaan. Hoe je
er een "verdichte", "kunstzinnige" vorm aan geeft. Knap.'
Ik bedank K. voor zijn reactie. Ze is overwegend
positief en doet me dan ook plezier. Op dat ei zit ik inderdaad al een hele
tijd (lang-lang) te broeden: ik begon
aan LVO eind 2015. Natuurlijk steekt
dat ‘zwaar op de hand’ wat – daarom antwoord ik het volgende: ‘Dat “zwaar op de
hand” zal, hoop ik, de volgende afleveringen wel verdwijnen. Deze eerste
stukken vormen een proloog waarin een methodologie, een apologie en een motivatie
zijn opgenomen. En ja, dat valt onvermijdelijk wat zwaar uit.’
Voor wat betreft dat ‘zwaar’ kan ik mij vandaag, zeer
toevallig, laten inspireren door een alinea uit het voortreffelijke Mijn Italië van Luc Devoldere: ‘Voor
Calvino is literatuur de zoektocht naar lichtheid als een reactie op de zwaarte
van het leven. Lichtheid heeft te maken met precisie en gerichtheid, ze is
nooit vaag of lukraak. De schrijver is een Perseus die de Medusa, de
werkelijkheid, verslaat door haar indirect, in een spiegel, aan te kijken: hij
wordt niet door haar versteend. De schrijver ontkent de werkelijkheid niet:
zoals Perseus draagt hij haar afgehakte hoofd altijd mee in een zak, en
aanvaardt hij haar als zijn heel eigen last. Hij vlucht niet in dromen, maar
hij kijkt naar de wereld vanuit een ander perspectief, met een andere logica en
met verse methoden van kennisverwerving en verificatie.’17
Ik onthoud, onder andere: ‘heel eigen last’ en ‘ander
perspectief’.
En ja, dat woord ‘verificatie’ valt hier voor de
tweede keer. Samuel vroeg ernaar op Facebook: ‘Je schrijft: “Niemand durft nog
een waarheid aan die de eigen verificatie overstijgt?” Kan daar enige uitleg
bij aub...?’ Mijn antwoord: ‘Daarmee bedoel ik dat er intuïties zijn, dromen,
vermoedens... die je niet zelf kunt verifiëren maar die toch het voorwerp
kunnen uitmaken van interessante, mooie literatuur. Echt goede boeken creëren
een nieuwe waarheid – hun verificatie bestaat uit niets anders dan henzelf.
Onrechtstreeks is de door jou aangehaalde zin natuurlijk een kritiek op de
navelstaarderij in heel wat hedendaagse romans: de eigen navel als het bij
uitstek verifieerbare. Maar wat heeft een ander daar dan aan. Dat soort
navelstaarderij – het zal overbodig zijn het te zeggen – is iets wat ik met
mijn teksten absoluut wil vermijden, hoe “autobiografisch” ze ook mogen zijn.’
Terug naar K.. Hij stoort zich aan de afkorting ‘LVO’,
meer bepaald aan het feit dat ik haar niet expliciteer. Het is nochtans
eenvoudig. Ik antwoord: ‘LVO staat, je moet het niet ver zoeken, voor Het leven als voorlopige oplossing. Ik
behoud voor mijn autobiografie, of zo je wil mijn memoires, dezelfde titel als
ik aan mijn blog heb gegeven, om de heel eenvoudige reden dat beide vanuit
dezelfde behoefte zijn ontstaan en dezelfde intentie hebben, even dicht staan
bij wie ik bén en erdoor word, en eigenlijk niet uit elkaar te halen zijn. Het
is bovendien een goede titel en ik zie geen reden om er een andere te
verzinnen. (Maar misschien kom ik, “geleidelijk, allens, allenskens,
langzamerhand, gaandeweg, mettertijd, stilaan, stilletjesaan, van lieverlede,
zachtjes aan, zoetjes aan, langzaamaan – graduellement, peu à peu, petit à petit, pas à pas”18, tot
een andere titel, je weet maar nooit.) Ik schrijf de titel niet voluit omdat
hij al in de hoofding staat en omdat hij te breed zou uitvallen voor de lay-out
van de blog.’
Opeens valt mij het idee te binnen dat ik dit soort
reacties kan gebruiken, opnemen in het geheel. Zo kan deze onderneming uitgroeien
tot iets interactiefs en levendigs. Daarom vraag ik K. een toelating: ‘Ik ga
(delen van) je reactie gebruiken voor de blog. Zet ik “K.” of mag ik “K***”
voluit schrijven?’.
K***
antwoordt dat ik het maar beter op ‘K.’ kan houden.
Samuel
noem ik hier voluit Samuel omdat hij zijn vraag onder die naam stelde op het openbare
medium Facebook.
Ik
stuur K. nog een nabericht: ‘Ik hoop dat je het blijft lezen. Als je dat wenst, kun je, samen met een
vijftal anderen, als proeflezer fungeren en stuur ik je het hele eerste deel van
het eerste deel dat nu klaar is door, zo’n tachtig van die stukjes, ter lezing
(en beoordeling, graag met commentaar ofte feedback).’ K. antwoordt dat hij
vereerd is met het voorstel maar dat hij er gezien zijn drukke
beroepsactiviteiten niet kan op ingaan.
17 Luc Devoldere, Mijn Italië,
379; Italo Calvino, Zes memo’s voor het
volgende millennium
Lees hier LVO vanaf het begin