15 mei 2002
Hectisch:
mijn werk, de werken in huis (ze zijn begonnen aan de badkamer).
*
(…)
*
Tv: voetbal
en verkiezingen in Nederland, CDA en LPF (‘Lijst Pim Fortuyn’) winnen.
16 mei 2002
Ik lees – en
geniet van – Van Zomerens ‘vogelcolumnpjes’ Een vederlichte wanhoop.
17 mei 2002
We zijn
vandaag 175 maanden samen. (…)
18 mei 2002
(…)
Casanova, Eigen
heer en meester:
[167]: ‘Wat
mij stoorde, waren de blijken van bijzondere sympathie die zij mij in het
openbaar gaf, terwijl zij daar privé heel karig mee was: ik verlangde het
omgekeerde.’
*
G. komt. Ik maak lekkere dingen klaar
(asperges en courgetteschijfjes met kaas). We drinken, hebben het goed, kijken
naar Wim Wenders’ Der Himmel über Berlin (1987). Een heerlijke,
poëtische, zinvolle, mooie film.
19 mei 2002
(…)
*
Met L. en J. (en hun kinderen), H. en I. en G. bezoeken we
een paar staties van het door F. georganiseerde kunstparcours ‘Salon des Indépendants’. We
zien Paul Perneel in de Gentpoort (we moeten er op grote bladen wit papier ‘ik’
schrijven). We gaan naar F.’s stoeltjes kijken op het stationsplein en daarna naar zijn werk in zijn
atelier. We sluiten af bij G. in de Snaggaardstraat en op het terras van de Phare (ook E. is er). Door een stom toeval (J. heeft pech met z’n fiets) belanden
we nog in de Van Coilliedreef, waar we met J. en L. nog een paar pinten drinken aan de tuintafel.
Een mooie, rijkgevulde dag, die een erg tevreden gevoel achterlaat.
20 mei 2002
(…)
*
J. Rives Childs, Casanova:
[47]: ‘…de
conclusie dat in die tijd [+/- 1750], die in zo veel opzichten
drastisch afwijkt van de onze, sexuele gemeenschap nauwelijks meer betekende
dan eten of drinken, het was een lichamelijke functie waaraan weinig belang
werd gehecht.’
*
’s Avonds
met L. naar het terras aan de Stalhillebrug (waar net in het kapelletje een
dienst afloopt – ik wist niet dat daar een kapelletje was). We praten over
Casanova, over de troostende engelen in Der Himmel über Berlin. Wanneer
ik het beeld aanhaal van M., die apathisch aan de deurpost van de kerk van Sint-Kruis staat en
uiteindelijk door een vrouw die een troostende hand op haar schouder legt mee
naar binnen wordt geleid, wordt het L. te machtig: dit is duidelijk nog niet
verwerkt. We keren terug naar huis langs de vaart. Een immens verdriet dekt als
een zware sluier de avond toe, dreigt hem te verstikken. (…)
21 mei 2002
Om 4.15 uur
zit ik aan de keukentafel met mijn maag en mijn ziel overhoop Joyce te lezen –
en er warempel nog van te genieten ook!
*
(…)
Ik kom klaar
met veel misbaar,
maar wat gebeurt er
met – en in – haar?
*
Giorgio
Armani, in de Weekend Knack van een paar weken geleden: ‘Zolang je jong
bent, ontgaan je een heleboel dingen, omdat je nog op jacht bent. Voor wie
genoeg heeft van voedsel, drank, seks en geld, opent zich een voller leven.’
*
(…)
22 mei 2002
G. komt langs om € 100 te lenen. Hij
moet vanavond met H.
gaan praten. Hij had dat bovenop het Concertgebouw willen doen, maar zij
verkoos het Bauhaus.
*
Op weg naar F.’s atelier kom ik B. tegen. Altijd het half-grappende,
half-ernstige. Het onvermogen tot echt contact. (Je hebt van die mensen: er is
behalve het aanvoelen van verwantschap enkel het onvermogen om nader tot elkaar
te komen.) In het atelier doen F. en ik niets anders dan praten (over zijn tekeningen, de
tentoonstelling die hij heeft georganiseerd…); even gaat F. iets doen maar dan blijf ik alleen
maar wat voor mij uitstaren, genietend van de rust, genietend van het
nietsdoen. Ik bekijk F.’s
presentatieboek en ben onder de indruk van – vooral – de foto’s. Ik neem één
trekje van zijn sigaret.
23 mei 2002
De werken in
de badkamer zetten heel het huis onder het stof en op zijn kop.
Werk-blitzbezoekje van Alain Géronnez (in verband met het boekje van hem dat ik
voor Brugge 2002 heb vertaald). Tegelijk koken. Tegelijk het stof en het
gedonder…
*
(…)
*
Tv-portret
van Johan Anthierens, twee jaar geleden overleden, inmiddels. Sympathie. En
toch ook weer niet. Pas later herinner ik mij dat ik onmiddellijk na zijn dood
een kort in memoriammetje heb geschreven (toen nog in een poging om een vaste column
in De Morgen te verwerven).