vrijdag 30 juni 2017

driekleur 315



In elk geval had Perla, al ruziënd met de fruitverkoopsters over de prijs van diverse soorten meloenen, waar ze dol op was – ze at ze ook op straat, een prachtig gezicht, dat geelrode sap dat uit haar mond droop als ze de zaadjes uitspuugde, met tanden die lachten als haar ogen – een door haar gutturale uitspraak verbrabbeld dialect opgepikt. Liever dat dan het echte patoco van hier, verkondigde Carlo Filippo, liever zijn glanzend zwarte parel dan die bepoederde aanstelsters van het theater.

Claudio Magris, Het museum van oorlog, 167