vrijdag 30 juni 2017

parallel 82



Het waren kelders waarin cokes tot ontbranding was gekomen. De mensen waren ofwel in het water gekookt ofwel verkoold. Of ze zaten daar als geesten, dekens en doeken voor het gezicht geslagen in een poging zich tegen de rook te beschermen. Zo zaten de gestikten in de kelders. De stank was ondraaglijk.

Jörg Friedrich, De brand, 436

ǁ

De adem stinkt niet meer, dat is waar, want er komt geen adem meer uit de monden maar de stank van die hele opgehoopte massa is weerzinwekkend, gelukkig gaan de dienstploegen aan de slag en treedt weldra de oven in werking, het vuur dat al het vuil opruimt.
 
Claudio Magris, Het museum van oorlog, 159