Het informatiebureau zat in een kleine ruimte met een miniem raampje en boekenrekken die bezweken onder dichtgebonden mappen.
Pierre Lemaitre, Tot
ziens daarboven, 70
ǁ
Ze betraden een uitgeleefde kamer met gebroken luxaflex en
versleten stoelen. De planken van de open kasten bogen door onder ordners en
papieren.
Adriaan van Dis, De
wandelaar, 25