BEZWEREN
De techniek onttrekt zich aan onze controle. Wanneer vroeger
een platendraaier het begaf, kon je nog vaak min of meer de oorzaak aanwijzen,
ook met twee linkerhanden. De naald was aan vervanging toe of de aandrijfriem
was van het wiel gelopen. Met een cd-player – de naam alleen al klinkt
gesofistikeerd – ligt dat enigszins anders. Het schuifje slikt tergend langzaam
het schijfje in, en je bent weerloos overgeleverd aan de welwillendheid van het
apparaat.
De cd-player bij mij thuis slikt nog wel, maar verteert
slecht. Sommige plaatjes weigert hij af te spelen. Dat lijkt meer aan humeur te
wijten dan aan muzikale smaak, want een en dezelfde cd leest hij nu eens niet,
dan weer wel. Niet onoverkomelijk is dat, maar ook niet ideaal.
Vreemd dat je, overgeleverd aan deze grilligheid, bij het
inschuiven van probleemschijfjes inwendig begint te bezweren. ‘Nu doe je het’,
zeg je dan, ‘dit keer lukt het wel.’ Die rituele intimidatie werpt niet altijd
vruchten af, maar je hebt op een volstrekt onredelijke manier wel het gevoel
dat het daarzonder helemaal niet zou lukken.
Vorige week staakten de machinisten van de NMBS. Via de
radio vernam ik dat ik vertraging zou kunnen oplopen. Dat zou mij behoorlijk
ongelegen uitkomen, dus paste ik mijn bezweringstactiek toe. Met succes: wat
mij met cd’s lukte, kon ik ook met treinen. Ik kwam precies op tijd op mijn
bestemming aan. Maar ‘s avonds was ik, na een drukke dag, de staking van de
machinisten vergeten. Tot ik, wachtend op perron 9, koud begon te krijgen. Voor
mentale beïnvloeding van het Spoorwezen was het dan al onherroepelijk te laat.
Verschenen in De
Standaard van 24 april 1995