4
Gij waart in mijn eerste droom, waarin ik droomde dat ik een
droom droomde, en het was alsof gij als een engel over mijn schouder samen met
mij keek naar wat er in die tweede droom, die droom in mijn droom, gebeurde.
5
Terwijl wij de stad binnenschuiven, meldt de radio voor de
zoveelste keer vandaag dat er gisteren zevenhonderd bootvluchtelingen zijn
verdronken. Vanuit zijn slaapkamerraam bekijkt een zware man de ochtendfile. Ik
beeld me in dat hij een karabijn bovenhaalt.
6
De zon brandt een eerste keer dit jaar. Na de hoogmis mag de
beiaardier zich uitleven op het carillon. Zijn loopjes zijn niet langer louter
religieus geïnspireerd. Boven op de toren wappert de regionale vlag onder een
strakke noordooster.