vrijdag 24 april 2015

wolken 1442-1460




wolkenfragmenten uit Hugo Claus, Het verdriet van België

1442
Het harig wit van haar vel werd grauw, zonder dat er een wolk voor de zon schoof. (64)

1443
Zware wolken. (73)

1444
Toch veranderde de binnentuin niet, de heesters bleven roerloos, geen wolk ging sneller, ver weg kwaakten de kikkers, jengelden de kleintjes. (164)

1445
Vanuit de wolken was niets meer te horen. (177)

1446
Dit dagelijks gevecht, jongens, is dat van de zon met de zwarte wolken van de nacht! (187)

1447
Toen Louis achterom keek naar de torentjes en het met mos begroeide dak van het Gesticht schoof de zon achter een wolk. (194)

1448
Alhoewel er geen wolkje te zien was zou het best kunnen regenen vandaag. (269)

1449
‘Quiévrain, bewolkt, wachten. La Perivaule, windstil, wachten,’ zei Mama. (376)

1450
Hij keek woedend links en rechts, wachtte tot geen adem meer hoorbaar was, stak zijn kin vooruit, zocht iets in de verte, tussen de schaapjeswolken, spreidde zijn armen en kruiste ze. (398)

1451
Toen het kleine meisje in haar Tirolerjurkje in het ravijn viel en daar van iedereen verlaten in het onguur gebergte met de titanische wolken om haar Mutti kermde beet Papa verwoed op zijn knokkels. (407)

1452
Hij voelt dit soms over zijn eigen gezicht trekken, als een wolkje. (441)

1453
Ik, kind van wolkenkrabbers en van Mama, kan er dus niks aan doen dat ik arbeidsschuw ben. (459)

1454
De nog natte tekening waar hij aan bezig was stelde een Noorman voor die met heftig geheven aks een andere Noorman te lijf ging, de wapenrokken vlotten, de wolken raasden. (501)

1455
Een kastje dat een wolkenkrabber voorstelde, de deuren waren etages met ramen in pastelkleuren. (548)

1456
Madame Laura kneep haar wolkgrijze ogen tot spleetjes alsof er tabakwalmen in drongen. (549)

1457
Ben ik abuis als ik veronderstel dat ‘Een wolk’ geïnspireerd werd door Hölderlin’s ‘Es hängt ein ehern Gewölbe?’ (603)

1458
Djeedie trok de flap van de tent open, de moerassen lagen onder een laag zilver met regenwolken ver weg. (640)

1459
Door het ronde kijkgat naast haar zijn nu wolken te zien, en als je je voorover buigt een Duitse stad, een grijze massa stalagmieten, dooiende sneeuwhopen, het vliegtuig scheert eroverheen, geen auto, geen fiets, geen mens te bekennen, grauw kaarsvet ligt over de neergestorte huizen, het vliegtuig blijft hangen als een mug. (661)

1460
‘Onze Nora!’ brulde Bomama, en bedaarde meteen, een zomerwolk die voorbijtrok. (750)