7
Linksboven de man achter zijn laptop; rechtsboven de vrouw
die in een zetel naar een vast punt achter de deels gesloten gordijnen kijkt,
wellicht de televisie; linksonder de man die voortdurend weg en weer loopt
tussen zijn woonkamer met het blauwig flikkerende licht en de keuken. De andere
ramen waren donker. En zo sta ik ook vanavond te kijken naar de achterkant van
dat appartementsgebouw.
8
Net voor de wekker van de gsm afgaat – ‘Het is vier uur
veertig, tijd om op te staan’ – droom je dat je, met het vooruitzicht te gaan
slapen, een wekker zet.
9
Engelse motorgeluiden rijden het pleintje op, zuigend en
stampend de cilinders. Het blinkende chroom van Norton en AJS. Ik spreek een
van de bejaarde motards aan over zijn mooi onderhouden materieel, de man is
verguld. De blikken melkbus waarmee een vrouw voorbij stapt doet mij aan lang
geleden denken. De al lager staande zon zet het amberbier in gloed en hoog in de
toren slaat het uurwerk zes.