Gisteren een op het eerste gezicht wat gênant maar achteraf
beschouwd toch plezierig en instructief incidentje op Facebook.
Ik zie dat Rokus Hofstede, vertaler van kwalitatieve en niet
altijd voor de hand liggende Franse literatuur, antwoordt op een uitnodiging om
iets te schrijven over zijn favoriete boekenplank. Bij hem is dat uiteraard een
plank vol hedendaagse Franse literatuur, met de vertalingen erbij: ‘In de kast
met twintigste-eeuwse Franse literatuur staan de originele teksten en de
vertalingen door elkaar. Van wat mooi is, krijg je geen genoeg. Een mooie
vertaling doet niet voor een originele tekst onder, is soms zelfs nog mooier –
je kunt er dan de samenzang in horen van twee stemmen.’ En dan noemt hij enkele
namen die ik niet ken, Akira Mizubayashi en Robert Pinget, maar gelukkig ook
namen die ik wel ken (maar nauwelijks gelezen heb), Raymond Radiguet en Boris
Vian.
De combinatie niet-evidente Franse namen en vertalen naar
het Nederlands doet mij mijn stoute schoenen aantrekken en ik schrijf onder
Hofstedes bericht: ‘Dag heer Rokus, kent u Régis Jauffret? Ik kende hem niet,
tot ik voor een mooie Folio-cover zwichtte en enkele van zijn “microfictions”
ben gaan vertalen. U vindt ze hier, mocht het u interesseren: http://pascaldigital.blogspot.be/search/label/microfictions’.
Het kan nooit kwaad om wat reclame voor zichzelf te maken, was mijn overweging.
Ik had trouwens al eens eerder een vluchtig FB-contactje met Hofstede, al weet
ik niet meer waarover dat ging – ik denk over Pierre Michon, nog zo’n minder
bekende Franse naam die door Rokus Hofstede wordt vertaald in opdracht van
audacieuze uitgeverijen.
Ik krijg meteen een reactie van Steven Van Ammel, met wie ik
ook al eens op een aangename manier Facebookgewijs in aanraking was gekomen: ‘Dag
heer Cornet. Rokus is de vertaler van Régis Jauffret.’ Smiley erachteraan. Ik
voel me een beetje belachelijk maar, ach, is het een schande zoiets niet te
weten? Ik antwoord dus: ‘Aha, dat wist ik niet! Ik wist niet dat Jauffret
vertaald is. Wel, dat maakt het des te interessanter, nietwaar?’ Steven Van
Ammel vindt dit ‘leuk’ en stuurt me een link door naar een
recensie door Bart Van Loo (die ik ook al op Facebook heb ‘ontmoet’) van
een door Hofstede vertaald boek van Jauffret, Gekkenhuizen! In een kaderstukje stelt Van Loo Régis Jauffret kort
voor: ‘Régis Jauffret (1955) gold al enkele jaren als de absolute geheimtip van
de Franse letteren. In 2005 won hij met zijn dertiende roman Gekkenhuizen! de Prix Femina. Na dit
boek schreef hij in tien maanden tijd het meer dan duizend bladzijden tellende Microfictions (2007). De eeuwige belofte
wordt nu beschouwd als een groot schrijver.’ Waarna Rokus Hofstede zelf ook nog
een duit in het zakje doet met twee aanvullingen: een aankondiging van een
nieuwe Jauffret-vertaling in het najaar – ‘Beste Pascal, mis het niet: in
oktober, de publicatie van wereld, wereld
(univers, univers) van Jauffret,
vertaald door Martin de Haan en mijzelf. Nóg extremer dan Microfictions! – en een link
naar een vertaling van acht microficties, ‘helaas niet dezelfde als die van u’,
voor het tijdschrift Raster
(inmiddels enkel een digitaal tijdschrift, als ik me niet vergis).
Ik sluit het incidentje af: ‘Formidable! Dank u, allebei,
voor deze tips! Maar voor mij is Microfictions
al heftig genoeg hoor! Toch zal ik het in de gaten houden.’ Ik moet zeggen, ik
ben toch wel blij met dit soort uitwisselingen die in het analoge bestaan ten
enenmale onmogelijk zouden zijn. En van de weeromstuit heb ik zin gekregen om
nog eens een stukje Jauffret te vertalen!