Het forumgesprek gisterenavond over hoe het Vlaams Blok nu
volgens Filip Rogiers moet worden gecounterd, liep uit op een desastreuze
mislukking. IJdele sprekers die niet werden gemodereerd en zichzelf voortdurend
herhaalden, een slechte akoestiek, geen contact met de zaal… Neen, echt een
voorbeeld van goede democratische werking was het niet. Maar ik heb er toch
veel aan gehad. Vooral de lectuur achteraf op de trein van het krantje met
reacties op het boek van Rogiers bevatte veel interessante gedachten. Vooral
het stuk van Dirk Mertens, ‘Een geschiedenis’, waarin de auteur zich als het
ware in de huid verplaatst van iemand die voor het Vlaams Blok stemt, sprak me
aan. Meer dan alle theoretische bespiegelingen en onmogelijk – en zeker door
Filip Rogiers niet – te verwoorden paradoxen.
Ik dacht aan enkele zaken.
- Dat het onze samenleving aan een gemeenschappelijk project
ontbreekt. Na de Tweede Wereldoorlog waren er de wederopbouw, de
koningskwestie, de schoolstrijd, de Vlaamse ontvoogding. En dat was het zowat.
Op het eind van de jaren zestig kwam dan de grote lethargie, ingegeven door
materiële voldaanheid en gebrek aan uitdagingen, en vervolgens door de
amusementsindustrie.
- Dat je niet kunt spreken over democratie zonder te spreken
over economie (zoals gisterenavond niet werd gesproken over economie); dat je
moet onder ogen zien dat de democratie waarvoor je vecht wellicht nog meer door
het economische dan door het antidemocratische wordt bedreigd.
- Dat je je boodschap goed moet verpakken; dat de mensen eigenlijk
nauwelijks nog aanspreekbaar of bereikbaar zijn. Als het niet flitsend en kort
gebeurt, ben je gezien. Voor complexe aangelegenheden (zoals: hoe bestrijd je
het Vlaams Blok) bestaat al helemaal geen geduld meer.
- Dat je, nog voor je je over de verpakking bekommert, moet
denken aan de taal. En dat je dan moet rekening houden met het feit dat onze
taal, onder meer door de reclame, ondermijnd is.
- Dat een samenleving die klaagt over verzuring en het
uiteenvallen van het sociaal weefsel, en die tegelijk mogelijke elementen van
ontzuring en weefselversterking ontwricht of toch niet ondersteunt door ze aan
een puur economische logica over te laten (ik denk aan buurtwinkels en cafés),
dat zo’n samenleving weinig geloofwaardig is.
Ik dacht aan nog veel meer. En ik denk nu hoe waanzinnig
moeilijk het moet zijn om dat alles in één coherente visie, in één coherent –
en overtuigend! – betoog samen te vatten.