zaterdag 28 februari 2015

op verhaal 37



Baken

Ik heb deze voormiddag samen met mijn twee zonen – elf en negen – de hond uitgelaten in het bos. Ik doe dat met het elan van de vooruitziende vader: ‘Je moet het nu doen want straks zijn ze te groot en hebben ze dat kinderlijke niet meer dat hen nu nog in mijn spoor doet lopen.’ Ik ben een vader met werkelijkheidszin. Een realistische paternalist. Nog steeds een onbetwist baken. Vooralsnog.


Meestal, als we deze wandeling maken, steken we het langs drie zijden door bos ingesloten langwerpige grasplein over dat tijdens de oorlog, zo heb ik mij laten vertellen, door de Duitsers als vliegveld werd gebruikt. Ik weet niet of dit waar is – het zal dan toch in elk geval maar voor heel kleine vliegtuigen zijn geweest. En ik mag hopen voor de piloten dat deze wei er toen niet zo hobbelig bij lag als nu.  

Ik zag onmiddellijk toen ik de ingesloten rechthoek betrad dat er iets niet klopte. Ik zag ook meteen dat mijn kinderen het nog niet zagen. Ze waren met de hond bezig.

‘Zien’ is te sterk als werkwoord. Ik ‘voelde’ dat er iets niet klopte; dat gevoel werd in mij opgewekt door iets wat mij van opzij bereikte. Dit was de volgorde waarin de verschillende stappen van deze ervaring zich voltrokken: het aanvoelen dat er iets ongewoons was; het zijdelings waarnemen van een nog niet gedefinieerde leegte; de verwarrende maar stellig wordende indruk dat het plein veranderd was; de waarneming van een donkergroene vlek op de grond aan de rand van het plein; het besef dat een vertrouwde schaduw op de grond er niet meer was; ten slotte de volledige waarneming van het verschrikkelijke feit dat de kruin van de honderdjarige beuk, die alle vele decennia lang door opeenvolgende generaties kinderen ‘Dikke Bertha’ wordt genoemd, op de grond lag.

Dat alles voltrok zich in een seconde. De boom was als een luciferhout gekraakt

De stam, zo dik dat je met drie moest zijn om hem te omarmen, was stomweg overeind blijven staan, zinloos opeens, nutteloos en al volop aan het sterven. Mijn jongste kind kon zijn verdriet niet verbijten en begon te huilen. Het oudste was aangeslagen maar bleef beheerst. Ik probeerde mijn kroost te troosten met georakel over de kringloop van leven en dood en dat er nu planten zouden kunnen gedijen op de plaats waar de kruin al die jaren zijn schaduw had geworpen – maar het klonk hol. Ik was zelf aangeslagen. We hebben dan maar elk een stuk hout meegenomen als aandenken, drie splinters van het immense kraken dat zich de voorbije nacht door toedoen van de stormwind moet hebben voltrokken en dat door niemand was gehoord. 

wolken 1402-1406



wolkenfragmenten uit Stefan Zweig, De wereld van gisteren

1402
Stadsbeeld en verkeer hadden nog niet de onwaarschijnlijk grote schaal van vandaag, want de nieuwe architectuur experimenteerde nog maar heel onzeker met een enkele wolkenkrabber. (187)

1403
Het was een zachte dag; de hemel was onbewolkt boven de brede kastanjebomen, het was een echte dag voor geluk. (211)

1404
Clouds, dews and dangers come; our deeds are done. (Zweig citeert Shakespeare, 376)

1405
Als ik terugkijk op al die maanden van constant en toenemende angst voor de oorlog in Europa, dan herinner ik me in het geheel niet meer dan twee of drie dagen van werkelijk vertrouwen, twee of drie dagen dat je nog een keer, de laatste keer, het gevoel had dat de wolk over zou drijven, en dat je weer vredig en vrij zou kunnen ademhalen zoals vroeger. (397)

1406
En toen was plotseling, als door een enorme windvlaag, het drukkende wolkendek weggevaagd, de druk was van de harten weggenomen, de zielen waren weer vrij. (399)

facebookbericht 721



(vrouwelijk N-VA-parlementslid van allochtone herkomst laat zich schaars gekleed fotograferen in het federaal parlement)

Dat ze zich laten fotoshooten zo veel en zo gekleed of ongekleed ze maar willen, de mensen zijn verstandig genoeg, of juist niet, om dit populisme te doorprikken. Of niet. Maar laat dit niet in het parlement gebeuren. Het gaat hier niet om preutsheid maar om waardigheid. En ik kan het niet helpen, maar ik blijf een verband zien tussen die cover van P-magazine en de beelden van die IS'ers die in Irak eeuwenoude meesterwerken in gruzelementen slaan. Er is een verband.