donderdag 22 januari 2009
Ferroviaire observatie (17)
Ik zat schuin tegenover een prachtige jonge zwarte vrouw. Heel mooi gelaat met edele trekken, tulband over de haardos, leesbrilletje. Ze las een Engelstalige pocket, titel gelezen maar nu blijkbaar vergeten. Het was iets alomvattends, zoals ‘The Road’ of ‘The Truth’ of ‘On Reality’. Ik zag ook een vignet dat verwees naar de Booker Prize, ik zou dus die titel kunnen opzoeken. De vrouw had dat waardige en zelfbewuste over zich dat negervrouwen vaak hebben. En natuurlijk was er vandaag die dimensie méér met op de cover van alle Metro’s die iedereen aan het lezen was die dekselse Obama! Naast de zwarte vrouw zat, recht tegenover mij dus, aan het raampje, een blanke jonge vrouw. Ze sliep, hoofd gevleid in de kap van haar jas. Het contrast tussen die twee: blank-zwart, lezend-slapend. Het hoofd van de zwarte vrouw ging bij momenten helemaal schuil achter haar boek, dat ze hoog voor zich ophield. Opeens zag ik één oog boven de V van de vouw van het opengeslagen boek uit piepen, in de richting van de deur waardoor iemand de wagon betrad. Dát beeld: het grote donkere oog, met de tulband erboven en het boek eronder, en dan de volledige figuur van die zwarte vrouw, met de slapende blanke vrouw ernaast: dat beeld had ik willen vatten, het zou een prachtige foto hebben opgeleverd. (Maar zelfs al zou ik een fototoestel in de aanslag hebben gehad, ik denk niet dat ik zou hebben durven afdrukken.)