zondag 4 januari 2009
33 * 25,60 * 33
Het is confronterend. Een jaar of drie geleden zou het misschien nog gelukt zijn: na maanden niet te hebben gefietst al meteen bij de eerste gezamenlijke fietsrit stilletjes meepeddelen in het peloton. Maar niet meer, dus. Zie het maar onder ogen: de pijn in je knie, de brand in je longen, de waas voor je ogen. Je wordt ouder, papa, geef het maar toe. Je kunt niet meer mee, je waait er uit. Zelfs als de zes anderen je opwachten. Ergens diep in de Blankenbergse polder zwaai ik ze uit. Rij maar door. Ik sla linksaf en laat me linea recta naar Brugge meewaaien op de rugwind. Nu heb ik de adem om te kijken naar de talloze ganzen die in de weiden grazen of in gedisciplineerde formaties overvliegen, naar een rosse torenvalk, naar een compositie met alleenstaande boom, landbouwmachine en kerktoren. Hoe dichter ik de cathédrales pour uniques montagnes van de stad zie naderen, hoe zwaarder de wolken op het plat land wegen.