(220629)
RAP VERDIEND
De firma Fietsen Wanneyn levert een perfecte illustratie van de wet van vraag en aanbod. Het bedrijf is in geen tijd gegroeid van een typische achterafwerkplaatsfietsenmakerij van een arbeider die na zijn uren nog een cent probeerde bij te verdienen, tot een succesvolle business met een man of vijf in dienst en met een toonzaal die bulkt van de e-bikes van prestigieuze fabrieksmerken. Goed gedaan, Walter! Je bent ongetwijfeld een vakman en een harde werker, en je hebt een echtgenote met zakeninstinct. Maar natuurlijk had je de conjunctuur mee. Nooit eerder boomde de fiets zoals ze nu boomt en nooit eerder was er zo’n grote nood aan fietsenmakers en zo weinig interesse voor die stiel.
En dan treedt, jawel, de wet van vraag en aanbod in werking.
Gisteren brak mijn zadel af. Mijn geliefde Brooks-zadel van hard leder, dat al vele duizenden kilometer zeer goede diensten had bewezen en dat zich naar mijn machtige derrière had gevormd. Maar wat wil je, het metalen karkas waarop dat leder zich modelleerde was het torsen van een te groot aantal kilo’s moe, blijkbaar, en gaf er de brui aan. In Oudenburg nota bene, op 17 kilometer van huis en geen fietsenmaker in de buurt. Enfin, ik kon er nog wel op zitten, maar dan scheefweg. Erg comfortabel was het niet. In de laatste 100 meter voor mijn deur brak het zadel alsnog volledig door. Nog een geluk bij een onchance.
Vandaag fietste ik dus, recht op de trappers (wat goed is voor de kuitspieren), naar Fietsen Wanneyn. Daar schafte ik mij een Selle Royal ‘respiro’-zadel aan voor de ronde som van 79,90 euro. Zitcomfort voor de intensieve fietser die ik ben mag wat kosten en ik steun – zonder mij af te vragen welke winstmarge hij zich permitteert – met plezier de middenstand. Ondernemerszin moet beloond en ja, wat zou ik zijn zonder fietsenmaker in het algemeen en zonder het nabijgelegen Fietsen Wanneyn in het bijzonder?
Dus ik denk, het zadel uitgekozen en aangekocht hebbende, dat het wel bij die 79,90 zal blijven. Neen dus. Na mijn zadel gisteren, brak vandaag mijn klomp.
Want het zadel moet natuurlijk gemonteerd. Anders moet ik weer recht op de trappers naar huis. En mijn kuiten doen nu al zo’n zeer. Ik veronderstel dat de montage, toch een fluitje van een cent, als service zal bijgeleverd worden en vergaap mij, terwijl een van Walters knechten gedurende drie minuten met mijn fiets in de weer is, aan de e-bikes van Koga. Wat is dat toch met al die elektriciteit, hier staat omzeggens geen gewone fiets meer tussen!
‘U mag meekomen voor de betaling, mijnheer.’ Ik begeef mij naar de kassa waar mij, tot mijn niet geringe verbazing, niet 79,90 maar wel 89,90 euro wordt aangerekend. Service? Vergeet het. Tijd kost geld, en zeker als er te weinig van is. Die drie minuten zijn in geen tijd omgezet in 10 euro, dat is toch algauw een uurloon van 200 euro. En natuurlijk was dat zadel zelf ook al niet zo goedkoop. (Toch even kijken op bol.com, waar ik principieel weiger iets te kopen. Daar kost datzelfde zadel 55,99 – en daar zit natuurlijk ook al een winstmarge op. Maar goed.)
Neen, het komt niet goed tussen mij en Walter Wanneyn. Maar ik ben wel van hem afhankelijk. Al zal ik nu toch maar eens uitkijken of er binnen een aanvaardbare straal geen alternatieven te vinden zijn.