notitie 237
Als je voor het eerst een boek leest van een auteur van wie je nooit eerder iets las, hoop je op een eigen stemgeluid te stuiten. Dat is niet altijd het geval. Met Christa Wolf hoorde ik wel een nieuwe stem.
Christa Wolf (1929-2011) was in het voormalige Oost-Duitsland geen onbesproken figuur. Nochtans zelf lid van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands was zij in haar geschriften kritisch ten aanzien van het communistische regime. Pas na de val van de Muur nam zij er uitdrukkelijk afstand van. Dat maakte het niet minder vreemd dat Wolf een tijdlang Stasi-informante was geweest. Je zou het niet verwachten van een autonome en kritische schrijfster wier werken in het Westen bejubeld werden. Wolf stelde evenwel dat ze nooit iets negatiefs had gemeld over de door haar in de gaten gehouden individuen. Bovendien was ze al vlug door de Stasi van haar taken ontheven omdat ze zich niet actief genoeg had opgesteld. Dat belette niet dat Wolf na de Eenmaking zwaar op haar activiteiten onder het DDR-regime werd aangepakt.
De cesuur is een van Wolfs kleinere werken. Ik weet niet in hoeverre het representatief is voor haar hele oeuvre. Maar ik vind deze korte roman (novelle?) alvast de moeite waard.
Störfall, zoals De cesuur in het Duits heet, is, voor zover ik dat met mijn Jean-Marie Pfaff-Duits kan beoordelen, geen gangbaar woord. Het is niet opgenomen in mijn onder leiding van prof. dr. J.V. Servotte tot stand gekomen Nieuw Nederlands-Duits/Duits-Nederlands woordenboek van 1971 – maar op Wikipedia vind ik wel de volgende omschrijving: ‘Als Störfall bezeichnet man gemeinhin eine Störung des bestimmungsgemäßen Betriebes einer technischen Anlage, insbesondere der chemischen Industrie, oder eines Kernkraftwerkes.’ Vertaalster Tinke Davids heeft zich bij het kiezen van haar Nederlandse titel wellicht laten leiden door de connotaties van ‘ingrijpende gebeurtenis waardoor er een voor en na ontstaat’ en ‘insnijding’. De cesuur gaat inderdaad niet alleen over de kernramp in Tsjernobyl maar ook over een op diezelfde dag uitgevoerde hersenoperatie. Daarmee is de centrale thematiek van dit boek meteen aangegeven: techniek en wetenschap hebben zowel gevaarlijke als heilzame gevolgen.
Dat is een interessante problematiek, maar het is toch vooral die eigen stem van Wolf die mij interesseert en die mij eraan herinnert dat hier nog een paar andere boeken van haar op lectuur wachten – allemaal voor een habbekrats meegegrist in tweedehandswinkels: wie maalt er nog om Wolf? Christa Wolf maakt van deze Berichten van een dag een soort van innerlijke monoloog. De beschrijving van doodgewone handelingen van een doodgewone dag worden onderbroken door telefoongesprekken met ongeruste medestanders over radioactieve fall-out en hersenchirurgie. Dit alles leidt tot een buitengewoon compact proza waarin op weinig bladzijden een enorme hoeveelheid denkstof wordt voorgelegd.
Voorbeeld. Tijdens een telefoongesprek met een vriendin over de toestand van de hersenpatiënt herinnert de ikfiguur zich een vers van Bertolt Brecht uit diens gedicht ‘Erinnerung an die Marie A.’ (dank u, Wiki): ‘Doch jene Wolke blühte nur Minuten’. De ikfiguur, die aardappelen aan het jassen is, beseft dat dit een lied is ‘uit de tijd dat wolken “wit” waren en uit poëzie en zuivere gecondenseerde waterdamp bestonden’. ‘Nu echter,’ overweegt zij nog, ‘mocht men zich met spanning afvragen welke dichter als eerste weer een witte wolk zou durven bezingen. Een onzichtbare wolk van heel andere consistentie had nu onze gevoelens – heel andere gevoelens – gewekt.’ (57)
Brecht is niet de enige literaire verwijzing. Onder meer Kafka is ook aanwezig, alsook Joseph Conrad met zijn Heart of Darkness, wat Wolf doet denken aan de duisternis in onszelf die ons doet verlangen naar ondergang en verwoesting: ‘Een duister leedvermaak, tegen onszelf gericht.’ (56)
De cesuur is geen gemakkelijk boek. Verschillende verhaallijnen lopen door elkaar, de registers veranderen voortdurend en veel blijft ongeëxpliciteerd. Op het eind aangekomen had ik de behoefte meteen opnieuw te beginnen omdat ik zeker weet dat bij een tweede lectuur veel zaken die mij aanvankelijk zijn ontgaan duidelijk zullen worden. Het mag vreemd klinken, maar een dergelijke ervaring beschouw ik altijd als een kwaliteitsgarantie.
Christa Wolf, De cesuur. Berichten van een dag (1987; vertaling door Tinke Davids van Störfall. Nachrichten eines Tages (1987))