zaterdag 16 juli 2022

notitie 243

EEN DIGIBEET OP TAX-ON-WEB

Ik werd vanmorgen wakker met de mededeling tijdens het radionieuws van zes uur dat het de laatste dag was om mijn digitale belastingaangifte in te dienen. Verhip, dat was voldoende om meteen klaarwakker te zijn want ik had deze klus opnieuw, zoals elk jaar, zodanig lang voor me uitgeschoven dat ik het eens te meer vergeten was. De laatste dag, dat zou straks weer een drukte van jewelste opleveren op de digitale snelweg, met allerlei blokkades tot gevolg. Ik kon dus maar beter meteen in actie schieten. Om tien over zes zat ik dus al achter mijn computer.

Ik heb een broertje dood aan dat digitale gedoe. En dan ben ik nog niet eens wat je een digibeet noemt. Ik gebruik al meer dan dertig jaar computers, zonder evenwel te begrijpen hoe in dat machien de vork aan de steel zit. Ik ken nauwelijks shortcuts, leer voortdurend al doende, slaag er niet in mijn wachtwoorden te onthouden en zit op de kast als ik weer eens een account moet aanmaken om ergens binnen te geraken. Ik benut waarschijnlijk niet eens een tiende van de mogelijkheden die mij op mij pc of smartphone worden aangeboden. Het is veel te ingewikkeld allemaal, veel te abstract, veel te losgeslagen van de analoge werkelijkheid. Ik zou gelukkiger zijn met een knop om aan te draaien. En het interesseert me niet, moet ik meteen ook toegeven. Een app is voor mij nog altijd een aap met twee p’s en een a te weinig.

Maar goed, mijn belastingaangifte. Ik dus naar ‘tax-on-web’ – wat nu dus ‘MinFinfed’ blijkt te zijn geworden. Aanmelden met mijn ID-kaart in het ID-kaart-bakje lukt me, net als vorig jaar, niet meteen. Ik blijk eerst een update van het ID-aanmeldingsprogramma te moeten downloaden. Dat doe ik dus, en ik installeer de update. Aanmelden lukt – wat had je gedacht – nog steeds niet. Ik herstart de computer, maar ook dan slaag ik er niet in mij op mijn pagina bij de FOD Financiën aan te melden. Een andere mogelijkheid dan het ID-bakje die wordt aangeboden is: de app ITSME. Ik heb daar wel al eens van gehoord, en ook dat 80 procent van mijn landgenoten deze app gebruikt, maar ik heb hem nog altijd niet uit mijn mouw geschud. Ik bekijk het instructiefilmpje en ga aan de slag met foon en computer. ’t Is een nogal ingewikkeld protocol – het zou mij te ver voeren om het hier uit de doeken te doen. Ze hebben zo ongeveer alles van me nodig: naam, e-mailadres, telefoonnummer, wachtwoord, een code, enzovoort. Het verwondert me nog dat ze mijn bloedgroep en schoenmaat niet vragen.

Hoe ik het klaarspeel, ik zou het begot niet weten, maar ik slaag erin om die ITSME-app te installeren.  Hoe het dan verder gaat, weet ik niet, maar op de een of andere manier caramboleer ik dan toch op mijn MyMinfin-pagina waar mijn belastingaangifte voor mij klaarstaat, ingevuld en wel. Ik weet niet of dat nu via mijn ID-kaart is gegaan of via die ITSME-app. Verre van mij om de cijfers te controleren, daar heb ik de tijd en het geduld niet voor – ik zoek dus de knop om mijn aangifte in te dienen. Het zal wel kloppen. Ik herinner mij dat ik vorig jaar zo’n verzendknop indrukte. Maar nu staat er enkel dat als ik akkoord ben met de voorgestelde aangifte, ik ‘niets’ moet doen. Waar was dan al die drukte voor nodig? Ik doe dus ‘niets’, maar blijf achter met de vervelende twijfel of ik nu mijn aangifte al dan niet naar behoren heb ingediend.

Het is kwart over zeven.

Ik weet dat ik harder mijn best zou kunnen doen en dat velen meewarig het hoofd zullen schudden, maar ik vraag me toch af hoe mensen die nóg ouder en – voor zover dat mogelijk is – nóg minder computerdeskundig dan ik zijn met dit digitale hindernissenparcours omgaan. Ik veronderstel dat er toch heel wat zijn die uit de boot vallen.