LAMPY
De proloog van de Ronde van Frankrijk, eergisteren in een uitgeregend maar in weerwil daarvan toch dolenthousiast want wielergek Kopenhagen, kende een onverwachte winnaar: de zelfverklaarde ‘boerenzoon’ Yves Lampaert. Zelfs met een ‘klassiek’ model van tijdrithelm en een ‘gewone’ bril (géén vizierbril) zette hij ‘kanonnen’ (zijn omschrijving) als Ganna, Van Aert en Van der Poel een neus. Een wipneus in zijn geval, maar desalniettemin: een neus. Tijdens het zogenaamde ‘flashinterview’ kon Lampy zjin emoties niet de baas: ‘My mind is exploding. I am just a farmer’s son.’ Ja, ook agrarisch personeel uit het Centraal-West-Vlaamse Ingelmunster – profonder kan la Flandre niet zijn – wordt verondersteld zich in het Engels tot de wereld te richten. Dat het steenkoolengels is, zien we door de vingers. Zeker ook omdat de man in kwestie übersympathiek is.
‘Waar blijven ze die ontwapenende, eenvoudige coureurs halen?’ vraagt P. in een chatconversatie naar aanleiding van deze heuglijke gebeurtenis. ‘Zalige kerels zijn het. Daar kunnen die voetbalvedetten een punt aan zuigen.’ Ik geef P. volmondig gelijk. Bovendien impliceert haar opmerking een interessante vraag: waarom zijn renners sympathieker dan voetballers? Over het algemeen, zou ik eraan toevoegen. Maar het is waar: wielrenners zijn vaak bescheidener en eenvoudiger, en ze begeven zich niet met een Louis Vuitton-saccoche en een gigantische wireless koptelefoon van Beats of Bose naar hun wedstrijd.
Wielrenners zijn frêle en schuchtere mannetjes en staan, als ze gevallen zijn, rechtop daar waar een voetballer al drie keer dood is. Ze moeten zo snel mogelijk op een voorbij de einder liggend punt aankomen, terwijl de voetballer nu vaak net goed moet zijn in uitstelgedrag, in recalcitrant procrastineren. Wielrennen is een veel zwaardere en veel gevaarlijkere sport dan voetballen. Een wielrenner kan niet liegen (tenzij met opzichtig grimassend theater à la Thomas Voeckler), terwijl een voetballer een totaal andere verhouding met de waarheid heeft: hij is geconditioneerd om voortdurend te grienen, te zeuren, te mekkeren, te veinzen, te claimen en aan te vechten. Voetballers zijn ook veel meer getatoeëerd dan coureurs.
Maar er is meer. Het heeft ook iets met opvoeding te maken. Coureurs zijn werkers omdat hun talent pas laat en door zeer hard trainen tot ontwikkeling komt. Dat doen ze vaak tegen de zin van hun ouders in omdat die ook wel weten welk een slechtbetaalde hondenstiel koersen is. Voetballers hebben al heel vroeg als kind een heel specifiek talent waardoor hun vaders, die nooit verwerkt hebben dat zij er niet mee gezegend waren, hen ophemelen. Daardoor krijgen die voetballertjes het hoog in de bol. Ja, ik denk dat hierover veel psychologie van de koude grond te verzinnen valt.
Maar natuurlijk zal alles veranderen wanneer de grote bedrijven en oliesjeiks hun klauwen op de wielersport leggen en de boel verzieken met superpremies en megalonen – een ontwikkeling die al volop aan de gang is.