donderdag 17 december 2020

parallel 165

Gelet op de massieve omvang van hun meubels moeten mijn grootouders die ook ergens ter plekke hebben gekocht. Hebben ze de vorige eigenaars persoonlijk gekend? Waarschijnlijk niet, maar ik stel me voor hoe zij, of op z’n minst Opa, als dieven zo’n woning betraden die inderhaast was verlaten, waar misschien nog was te drogen hing, kopjes koffie op de keukentafel stonden en in de wastafel in de badkamer enkele haren zaten.

Géraldine Schwartz, De geheugenlozen, 222

 

ǁ

 

Dat speelde zich allemaal af in onze reusachtige huiskamer, met de pompeuze donker gebeitste eiken meubelen, met grootvaders jachttrofeeën boven op de brede eiken plank, bekers, en de zware boekenkasten met glas-in-lood deuren.

Heinrich Böll, Meningen van een clown, 30