Gelet op de massieve omvang van hun meubels moeten mijn
grootouders die ook ergens ter plekke hebben gekocht. Hebben ze de vorige
eigenaars persoonlijk gekend? Waarschijnlijk niet, maar ik stel me voor hoe
zij, of op z’n minst Opa, als dieven zo’n woning betraden die inderhaast was
verlaten, waar misschien nog was te drogen hing, kopjes koffie op de
keukentafel stonden en in de wastafel in de badkamer enkele haren zaten.
Géraldine Schwartz, De
geheugenlozen, 222
ǁ
Dat speelde zich allemaal af in onze reusachtige huiskamer,
met de pompeuze donker gebeitste eiken meubelen, met grootvaders jachttrofeeën
boven op de brede eiken plank, bekers, en de zware boekenkasten met
glas-in-lood deuren.
Heinrich Böll, Meningen
van een clown, 30