Ik mag graag kijken naar de beestenboel op het Stil Ende. Als iedereen aanwezig is, zijn daar rap twee- tot driehonderd gevederde vrienden van de partij. (Ik tel alleen de watersoorten.) Op de vierhonderd maal twintig meter metende vijver is er genoeg plaats in de herberg. Al dringt segregatie zich op: de wilde eenden, zwanen (nu afwezig wegens de vogelgriep), dagelijks pendelende Canadaganzen, aalscholvers en meeuwen blijven zeer opvallend soort bij soort hun lange dagen van grazen, dobberen, loeren en slapen doodknijpen. Af en toe is er soortenvermenging, zoals in deze troep meerkoeten waarin een paar waterhoenen zijn verzeild geraakt.
201209