wolkenfragmenten
uit Jamal Ouariachi, Een honger
1993
Van de zon was op deze zwaarbewolkte winterochtend
niets te zien. (195)
1994
Alleen een wolkbreuk kan hem
onderbreken, en dat gebeurt ook. (277)
1995
Het vermoeide gerommel van wolken die geen lekkere
lighouding kunnen vinden. (278)
1996
Het is nog maar het eind van de middag, maar er zijn zulke
donkere onweerswolken voor de zon geschoven dat het lijkt alsof de
avondschemer al een flink eind op weg is. (286)
1997
Het gevoel dat je op een hoge brug of het dak van een wolkenkrabber
kon ervaren: dat de dood zo dichtbij is. (320)
1998
Waterig licht sijpelde door de grijswitte wolken die
in de verte steeds grauwer kleurden. Werd het al donker? Of kwam er onweer aan?
Het was al half maart, dus waarschijnlijk dat laatste. Kou, een venijnige wind,
ze voelde minuscule druppeltjes op haar gezicht: geen echte regen, meer alsof
ze door een wolk heen liep die op straat was neergedaald. (398-399)
1999
De blauwe lentelucht liet slechts een paar kleine wolkjes
in zich drijven, de zon brandde uitgeslapen boven de stad, de marktgangers
schuifelden geduldig langs de kramen, en overal kriebelden geuren, van verse
vis, van geroosterde noten, van kruiden en van fruit. (419)
2000
(…) ze moesten natuurlijk naar het Empire State
Building maar het uitzicht was slecht vanwege de bewolking (…) (530)