maandag 29 augustus 2016

de zomer van 2016 – 54



Noordoost 7

10 augustus

dag 7 - Lucka-Bad Liebenwerda - 112 km
De dagen beginnen nu door elkaar te lopen en mijn rechterpols begint, net zoals in Frankrijk, pijn te doen. Ik neem een copieus ontbijt in hotel Het Rode Hert. De vrouw die mij bedient, en die hier duidelijk als een extraatje bijklust want het lijkt mij onwaarschijnlijk dat er elke dag gasten zijn, vraagt zeer vriendelijk en herhaaldelijk of alles oké is. Ik neem van alles wat: een half hardgekookt ei, ham, worst, paté, kaas, jam..., en alledrie de broodjes die in het mandje liggen. De koffie, helaas, is te slap. Wanneer ik de rekening ga vereffenen, is ook de chef weer van de partij. Zo noemt zij hem: 'Chef'. Nu weet ik het, hij doet me aan Sjef Van Oekel denken – vandaar allicht dat ik hem gisteravond in mijn verbeelding een losbandige levensstijl toedichtte.

De dag begint met regen, hévige regen. En dus wacht ik onder het afdakje bij de nu gesloten achterdeur van het hotel. Gelukkig dringt de hotelwifi tot hier door, dus kan ik mij bezighouden met de berichtgeving over de Olympische Spelen en Donald Trump. En blijkbaar is er nu in Vlaanderenland ook een discussie bezig over 'fier zijn Vlaming te zijn'. Het zal mij eerlijk gezegd worst wezen. (De paté bij het ontbijt was veruit beter dan de worst.)

Ik vertrek pas om tien uur. Het heeft echt gehoosd, de straten en fietspaden liggen er erg nat bij en blijkbaar is dat het sein voor honderden huisjes- en naaktslakken om over te steken. Waarheen weet ik niet, maar dat dit tot een bloedbad aanleiding geeft, is zeker. Zelf rijd ik er natuurlijk ook een paar dood. Ik hoor de huisjes kraken. Hoe het slijmerige uit elkaar spatten klinkt, moet ik erbij verzinnen: dat gerucht dringt niet tot mij door. Er liggen ook veel appels en pruimen op de weg. Veel wegen zijn hier afgeboord met fruitbomen. Ik rijd die appels en pruimen graag stuk. Als ik een appel tot moes rijd, ruikt het even naar appelmoes.


Nog voor Borna passeer ik langs een uitkijkpost bij een immense bruinkoolgroeve. Een gat van zeker twee bij één kilometer strekt zich voor mij uit. De ontginning, zo leren mij de instructieve plakkaten, gaat nog zeker tot 2040 door. De bruinkool wordt in energie omgezet in de centrale vlak naast de groeve. In deze streek zijn er meer van die gaten in de grond. De meeste exploitaties zijn stilgelegd. Nu zijn het meren, hier zeeën genoemd – ze worden vaak ingezet voor recreatie. Dat schijnt vooral het geval te zijn in de streek van Cottbus, waar ik een van de volgende dagen hoop door te rijden.
In Borna tracteer ik mezelf bij de bakker op een stuk abrikozentaart met koffie. In de Bild die hier ook te koop wordt aangeboden, verneem ik dat ene Gina Lisa het voor- of onderwerp is van een seksschandaal. Ik meen afpersing. Het is gelukkig niet onze Gina Lisa. Dit nieuws gaat trouwens al enkele dagen mee – ik zag het al bij vorige bakkers opduiken.

Ik zie op mijn weg naar Grimma een wegwijzer naar Colditz – was dat niet ooit een televisiefeuilleton over een concentratiekamp? Overigens bevind ik me nu heel dicht bij Leipzig, ik passeer die grote stad op geen twintig kilometer. Door een toevallige omstandigheid kom ik niet in Grimma terecht: door werkzaamheden is er een omleiding, en ik rijd er dus omheen. Even vraag ik mij af of ik hierdoor iets zal gemist hebben, en wat dan wel. In elk geval kom ik op die manier in Trebsen/Mulde terecht, waar ik anders misschien niet zou geweest zijn. Ik ga er even binnen in de kerk en eet er mijn middagmaal op een bank op het pleintje ervoor. Een kat haalt zijn neus op voor het stukje worst dat ik hem toewerp.

Tussen Dahlen, Schöna en Cavertitz word ik achterna gezeten door een gitzwarte wolk, die niet veel goeds voorspelt. Met een rotvaart rijd ik voor die wolk uit, maar moet mij uiteindelijk toch gewonnen geven. Ik schuil een halfuur in een bushokje, samen met een zwijgzaam jongetje van een jaar of acht. Hij is pas eergisteren opnieuw naar school gegaan: het schooljaar begint hier op 8 augustus.

Ik steek de Elbe over via de nieuwe brug nabij het zeer pittoreske Mühlberg. In dat plaatsje zie ik een paar gotische siergevels, zoals ik die voor het eerst heb gezien in Stralsund, op de reis met Gilbert naar Zweden – ik realiseer mij opeens dat dat eigenlijk niet meer zo gek ver van hier is. 

Ik besluit nog tot Bad Liebenwerda te fietsen, dat is zo'n mooie naam. Ik kom er nog net op tijd aan want de enige slaapgelegenheid die het stadje rijkt lijkt, sluit net zijn deuren. Tegelijk met mij komt een andere fietser aan.

Wat later, in het restaurant aan de overkant van het plein, nodigt deze man zichzelf uit aan mijn tafel. Hij is negenenveertig en is net zijn werk als orgelbouwer kwijtgespeeld. Een poging van zijn firma om de Mexicaanse markt te veroveren – blijkbaar is er een Mexicaanse markt voor orgelbouwers en-restaurateurs – heeft niet mogen baten. West-Duitse concurrenten waren hen voor. Wolfgang, zo heet mijn tafelgenoot, woont in Berlijn en komt nu voor enkele dagen per fiets zijn geboortestreek bezoeken. Hij maakt een erg mistroostige indruk en stelt nauwelijks vragen. Ook al wring ik mijn tong in de knoop om mij in zijn taal uit te drukken, hij neemt in het gesprek geen initiatief en ik moet het dus steeds gaande houden. Hij vertelt iets onduidelijks over zijn vader, die aan een psychose ten onder zou zijn gegaan. Ik slaag er niet in om nuances aan te brengen in wat ik zelf aan het gesprek heb bij te dragen, en geraak hopeloos in de knoei met de werkwoordtijden. Ons samenzijn bloedt dood. We maken nog samen een korte wandeling in het stadje, en dan scheiden onze wegen.


Ik zit nu op mijn kamer te tikken, en de regen tikt tegen de ruiten. Ik ga nog eens kijken wat de Olympiade te bieden heeft. Neen, in een voetbalmatch tussen het B- of C-elftal van de Deutsche Manschaft tegen de Fuji-eilanden (800.000 bewoners verspreid over driehonderd eilanden, orakelt de speaker) heb ik geen zin. Dan maar nog een paar bladzijden Van Istendael. Ik vind het niet slecht, hoe hij over Duitsland schrijft.

Wie zich wil vergewissen van de eentonigheid van zo'n fietsreis, kan de foto's bekijken die ik om de 10 kilometer maakte, zonder mij te bekommeren om het uitzicht of de inhoud.