vrijdag 28 februari 2014

driekleur 140



De neorealistische kroniek van de strijd tegen de rijken liet ruimte voor liefderijk gedetailleerde plaatsbeschrijvingen door de elegische Pasolini. Wanneer de deur van het verenigingsgebouw van de arbeiders blijft openstaan, ‘viel er sissend een rechthoek van naargeestig geel licht op de modder’. Wanneer een van de boerenmeisjes een nieuwe rode jurk past, is dit kledingstuk ‘bijna oogverblindend’ en wanneer een jongen, nu oud genoeg om in de Mangiarotti-fabriek te gaan werken, blijft rondhangen in de hoop haar tegen te komen, is dat te midden van ‘bevroren akkers, die bijna zwart waren, ondanks de laatste vlammende stralen van de zon die onderging aan de andere kant van de vlakte’.

Barth David Schwartz, Pasolini requiem, 232