zondag 16 februari 2014

wolken 976-1010



wolkenfragmenten uit Stefan Hertmans, Oorlog en terpentijn

976
De zee komt weer op, zegt ze, terwijl ze me warm wrijft en de eerste stapelwolken boven de duinen achter ons verschijnen. (13)

977
Nu ja, een held was hij toch al, hij die me schermles gaf, mijn zakmes sleep, me wolken leerde tekenen door zachtjes met een gommetje te vegen in vormen die je eerst had aangebracht met een stukje verbrand hout uit de haard, of hoe je de ontelbare blaadjes van een boom moet weergeven zonder ze daadwerkelijk allemaal te tekenen – het ware geheim van de kunst, zoals hij zei. (15)

978
Zijn grote passie lag in boomkruinen, wolken en geplooide stoffen. (18)

979
Plooien en wolken; boomkruinen en water. (19)

980
Het is koel voorjaarsweer, er zijn wolken zoals hij ze graag tekende. (29)

981
Toen hem in de catechismusles als zevenjarig jongetje werd uitgelegd dat je God nu eenmaal niet kon zien, ook als er geen wolken waren, omdat God onzichtbaar was, meer nog, dat je zelfs in heldere nachten niet voorbij de sterren kon kijken waar Hij zich zou ophouden, en geloof dus evenmin kon worden gecontroleerd omdat het anders geen geloof meer was, zei hij plots: Ja maar, Eerwaarde, dan kunt ge net zo goed zeggen dat er miljoenen zeepaardjes door de hemel drijven, er is toch niemand die het ziet. (36-37)

982
Soms staat die hoog op een ladder en moet halsbrekende toeren uithalen – een wolk met de Moeder Maagd erop vanonder het kaarsroet halen, moeilijk bereikbaar ergens boven een zijaltaar (…) (43)

983
Franciscus recht zich moeizaam, hoest even en wrijft met zijn mouw langs zijn kin, dipt de borstel in de ijzeren kom die aan zijn broeksriem bevestigd is en veegt wat lichtgele strepen over een vale wolk waaruit de engel van de annunciatie neerdaalt. (44)

984
Men legt hem op de binnenkoer in de lauwe miezelregen, waar hij langzaam bijkomt en naar de voorbijschuivende grauwe wolken kijkt. (58)

985
Hij ziet hoe de uitdrukking in haar ogen zachter wordt, een soort van lach waarbij ze geen spier vertrekt, alleen haar blik verandert, zoals een lichtvlaag even door een dun wolkendek breekt, iets dat voorbijglijdt en weg is voor je het goed en wel hebt gezien. (86)

986
Het heeft gesneeuwd, gevroren, gedooid, geregend, gewaaid, er is zachter weer gekomen en Franciscus is al die tijd op zijn stellingen geklauterd, dag in dag uit, hij heeft op zijn rug liggend een plafondschildering gemaakt, een wirwar van wolken en waaiende kleren, van serpentines en vage gezichten, een goddelijke epifanie die hem aan hemelse muziek deed denken (…) (89)

987
Schreefjes, schreefjes, schreefjes. Hij ziet schreefjes door de ramen, schreefjes door de wolken, schreefjes door de ogen van zijn makkers, schreefjes door zijn dromen. (103)

988
Het wordt voorjaar, de anderen gaan wandelen, zwemmen, op de eerste warme lentedagen gaan ze bootje varen met de meisjes op de Leie, maar hij zit te tekenen, alleen thuis, terwijl iedereen naar buiten is, onder de wit zeilende wolken en de lauwe lucht die de stad betovert. (108)

989
Een vermoeden van lente, blauwe lucht met witte zeilende wolken boven de grauwe fabrieken. (121)

990
Enkele lage wolken schoven over het dak en beloofden regen. (131)

991
Ritmisch lopend, zijn dode moedertje over de bergen en de wolken naar de hemel voerend, Peer Gynt brengt zijn moedertje naar de hemel! (138)

992
Ik hoor pianogetokkel, het komt uit die magische halfvolle ton waarin het water zwart glimt als de maan halfwas door de wolken glijdt, alsof ze dieper is dan de diepste regenput. (141)

993
Het is een stille dag met lichte wolken. (144)

994
Het is inmiddels bewolkt en kil. (156)

995
Een halvemaan schoof van tussen de wolken en gooide een levensgevaarlijk schijnsel over de slapenden. (184)

996
In de verte dreven zomerwolken boven het wuivende graan (…) (185)

997
Strompelend als een haveloze bende, de sjako’s allang weggegooid, kapotgeschoten of vertrapt, vervangen door geroofde politiemutsen, petten en hoeden waaronder verwarde haren hingen, laarzen gevonden op een boerderij, schoenen van een gedode Duitser, rugransels gemakt van bij elkaar gebonden vodden, een beslijkte troep afgestompte stumpers die zich morrend en kreunend voortbewoog naar het ondenkbare, ploegden we onder laaghangende wolken de slijkerige wegen van het door regen gegeselde land door. (204)

998
Boven ons glijden witte wolken, zoals men die zich voorstelt op een idyllisch tafereel. (226)

999
Vanuit de loopgraaf zien we een strook blauwe lucht waarin hoge witte wolken drijven als een droom (…) (229)

1000
De zon komt door de wolken, een bloemengeur zweeft over het licht vochtige gras. (241)

1001
Na een uur verschijnen donkere stapelwolken boven de paarse zee voor ons, een hevige wind steekt op, de mannen vloeken, de kapitein komt het dek op en verbiedt iedereen ten strengste nog rond te lopen. (247)

1002
Ik laat de kruik rondgaan, de jongens zingen zacht, onder laaghangende nachtwolken schuift een miezelregen boven onze hoofden. (258)

1003
De seizoenen volgen elkaar op, de wolken drijven over, witte fabeldieren en grillige goden in hoog middaglicht, we zijn vroegtijdig oud, we gedragen ons als opgesloten, fatalistische kinderen, afgestompt, onverschillig voor leven en dood. (258)

1004
Talrijk zijn de halfnaakte meisjes bij een bron in het bos, de nimfachtige verschijningen in een schemerwoud dat oorspronkelijke zuiverheid suggereert, de dromerige wolkenpartijen en het lichtspel van wemelende zomerblaadjes op een zelden begaan bospad. (289)

1005
Religie, toerisme, eerste erotiek, zomer en hoge wolkenflarden, wapperende banieren en de geur van oude kerken, het lauw en loom flappen van water langs de boeg van witte boten. (296)

1006
Dus schilderde hij bomen, wolken, pauwen, het strand in Oostende, een neerhof en stillevens op half afgeruimde tafels, een immense, stille, toegewijde treurarbeid, om het huilen van de wereld te bedaren in de meest alledaagse dingen. (298)

1007
In de talloze schilderijen die hij maakte is geen zweem van onheil te vinden, ten hoogste een schuwe, blauwige, met een iets grover marterpenseel aangezette wolk die voor de avondzon schuift, niet eens de aankondiging van Giorgiones Storm boven een biedermeier Arcadia. (299)

1008
Rechts in beeld is nog een stuk van een antiek aandoende zuilenpartij te zien, in de verte achter hen drijven laag belicht avond wolken. (301)

1009
Hij paste met omstandig timmerwerk de rechterbovenhoek aan, daar waar de wolkenpartij overgaat in een struikje dat uit een barst in de antieke zuil groeit. (302)

1010
Er is op deze planeet, zeker wanneer je begint te kijken in het licht van een mogelijk nakend afscheid, zeer veel wat blijvende verwondering wekt. Hoe moleculen zich in water bewegen bijvoorbeeld, en aanleiding kunnen geven tot het meest subtiele spel van changeant licht bij valavond, in een zuiderse baai aan zee, zeg op het keienstrand van het Italiaanse kuststadje Rapallo, wanneer de wind gevallen is en het roze van de avondwolken daar eindeloze variaties opvoert met de weerschijn van het zich verdiepende blauw – en hoe levende wezens met ogen en bewustzijn, twee onbegrijpelijk complexe instrumenten waardoor ze aangepast zijn aan deze hele wonderlijke biotoop, dit alles toch vanzelfsprekend vinden, en erin ademen, feilloos ontworpen door een dergelijk bestel. (329)