wolkenfragmenten
uit Stefan Hertmans, Oorlog en terpentijn
976
De zee komt weer op, zegt ze, terwijl ze
me warm wrijft en de eerste stapelwolken boven de duinen achter ons
verschijnen. (13)
977
Nu ja, een held was hij toch al, hij die
me schermles gaf, mijn zakmes sleep, me wolken leerde tekenen door
zachtjes met een gommetje te vegen in vormen die je eerst had aangebracht met
een stukje verbrand hout uit de haard, of hoe je de ontelbare blaadjes van een
boom moet weergeven zonder ze daadwerkelijk allemaal te tekenen – het ware
geheim van de kunst, zoals hij zei. (15)
978
Zijn grote passie lag in boomkruinen, wolken
en geplooide stoffen. (18)
979
Plooien en wolken; boomkruinen en
water. (19)
980
Het is koel voorjaarsweer, er zijn wolken
zoals hij ze graag tekende. (29)
981
Toen hem in de catechismusles als
zevenjarig jongetje werd uitgelegd dat je God nu eenmaal niet kon zien, ook als
er geen wolken waren, omdat God onzichtbaar was, meer nog, dat je zelfs
in heldere nachten niet voorbij de sterren kon kijken waar Hij zich zou
ophouden, en geloof dus evenmin kon worden gecontroleerd omdat het anders geen
geloof meer was, zei hij plots: Ja maar, Eerwaarde, dan kunt ge net zo goed
zeggen dat er miljoenen zeepaardjes door de hemel drijven, er is toch niemand
die het ziet. (36-37)
982
Soms staat die hoog op een ladder en
moet halsbrekende toeren uithalen – een wolk met de Moeder Maagd erop
vanonder het kaarsroet halen, moeilijk bereikbaar ergens boven een zijaltaar (…)
(43)
983
Franciscus recht zich moeizaam, hoest
even en wrijft met zijn mouw langs zijn kin, dipt de borstel in de ijzeren kom
die aan zijn broeksriem bevestigd is en veegt wat lichtgele strepen over een
vale wolk waaruit de engel van de annunciatie neerdaalt. (44)
984
Men legt hem op de binnenkoer in de
lauwe miezelregen, waar hij langzaam bijkomt en naar de voorbijschuivende
grauwe wolken kijkt. (58)
985
Hij ziet hoe de uitdrukking in haar ogen
zachter wordt, een soort van lach waarbij ze geen spier vertrekt, alleen haar
blik verandert, zoals een lichtvlaag even door een dun wolkendek breekt,
iets dat voorbijglijdt en weg is voor je het goed en wel hebt gezien. (86)
986
Het heeft gesneeuwd, gevroren, gedooid,
geregend, gewaaid, er is zachter weer gekomen en Franciscus is al die tijd op
zijn stellingen geklauterd, dag in dag uit, hij heeft op zijn rug liggend een
plafondschildering gemaakt, een wirwar van wolken en waaiende kleren,
van serpentines en vage gezichten, een goddelijke epifanie die hem aan hemelse
muziek deed denken (…) (89)
987
Schreefjes, schreefjes, schreefjes. Hij
ziet schreefjes door de ramen, schreefjes door de wolken, schreefjes
door de ogen van zijn makkers, schreefjes door zijn dromen. (103)
988
Het wordt voorjaar, de anderen gaan
wandelen, zwemmen, op de eerste warme lentedagen gaan ze bootje varen met de
meisjes op de Leie, maar hij zit te tekenen, alleen thuis, terwijl iedereen
naar buiten is, onder de wit zeilende wolken en de lauwe lucht die de
stad betovert. (108)
989
Een vermoeden van lente, blauwe lucht met witte zeilende wolken
boven de grauwe fabrieken. (121)
990
Enkele lage wolken schoven over
het dak en beloofden regen. (131)
991
Ritmisch lopend, zijn dode moedertje
over de bergen en de wolken naar de hemel voerend, Peer Gynt brengt zijn
moedertje naar de hemel! (138)
992
Ik hoor pianogetokkel, het komt uit die magische halfvolle ton waarin
het water zwart glimt als de maan halfwas door de wolken glijdt, alsof
ze dieper is dan de diepste regenput. (141)
993
Het is een stille dag met lichte wolken. (144)
994
Het is inmiddels bewolkt en kil. (156)
995
Een halvemaan schoof van tussen de wolken
en gooide een levensgevaarlijk schijnsel over de slapenden. (184)
996
In de verte dreven zomerwolken
boven het wuivende graan (…) (185)
997
Strompelend als een haveloze bende, de
sjako’s allang weggegooid, kapotgeschoten of vertrapt, vervangen door geroofde
politiemutsen, petten en hoeden waaronder verwarde haren hingen, laarzen
gevonden op een boerderij, schoenen van een gedode Duitser, rugransels gemakt
van bij elkaar gebonden vodden, een beslijkte troep afgestompte stumpers die
zich morrend en kreunend voortbewoog naar het ondenkbare, ploegden we onder
laaghangende wolken de slijkerige wegen van het door regen gegeselde
land door. (204)
998
Boven ons glijden witte wolken, zoals
men die zich voorstelt op een idyllisch tafereel. (226)
999
Vanuit de loopgraaf zien we een strook
blauwe lucht waarin hoge witte wolken drijven als een droom (…)
(229)
1000
De zon komt door de wolken, een
bloemengeur zweeft over het licht vochtige gras. (241)
1001
Na een uur verschijnen donkere stapelwolken
boven de paarse zee voor ons, een hevige wind steekt op, de mannen vloeken, de
kapitein komt het dek op en verbiedt iedereen ten strengste nog rond te lopen. (247)
1002
Ik laat de kruik rondgaan, de jongens
zingen zacht, onder laaghangende nachtwolken schuift een miezelregen
boven onze hoofden. (258)
1003
De seizoenen volgen elkaar op, de wolken
drijven over, witte fabeldieren en grillige goden in hoog middaglicht, we zijn
vroegtijdig oud, we gedragen ons als opgesloten, fatalistische kinderen,
afgestompt, onverschillig voor leven en dood. (258)
1004
Talrijk zijn de halfnaakte meisjes bij
een bron in het bos, de nimfachtige verschijningen in een schemerwoud dat
oorspronkelijke zuiverheid suggereert, de dromerige wolkenpartijen en
het lichtspel van wemelende zomerblaadjes op een zelden begaan bospad. (289)
1005
Religie, toerisme, eerste erotiek, zomer
en hoge wolkenflarden, wapperende banieren en de geur van oude kerken,
het lauw en loom flappen van water langs de boeg van witte boten. (296)
1006
Dus schilderde hij bomen, wolken,
pauwen, het strand in Oostende, een neerhof en stillevens op half afgeruimde
tafels, een immense, stille, toegewijde treurarbeid, om het huilen van de
wereld te bedaren in de meest alledaagse dingen. (298)
1007
In de talloze schilderijen die hij
maakte is geen zweem van onheil te vinden, ten hoogste een schuwe, blauwige,
met een iets grover marterpenseel aangezette wolk die voor de avondzon
schuift, niet eens de aankondiging van Giorgiones Storm boven een biedermeier
Arcadia. (299)
1008
Rechts in beeld is nog een stuk van een
antiek aandoende zuilenpartij te zien, in de verte achter hen drijven laag
belicht avond wolken. (301)
1009
Hij paste met omstandig timmerwerk de
rechterbovenhoek aan, daar waar de wolkenpartij overgaat in een struikje
dat uit een barst in de antieke zuil groeit. (302)
1010
Er is op deze planeet, zeker wanneer je
begint te kijken in het licht van een mogelijk nakend afscheid, zeer veel wat
blijvende verwondering wekt. Hoe moleculen zich in water bewegen bijvoorbeeld,
en aanleiding kunnen geven tot het meest subtiele spel van changeant licht bij
valavond, in een zuiderse baai aan zee, zeg op het keienstrand van het
Italiaanse kuststadje Rapallo, wanneer de wind gevallen is en het roze van de
avondwolken daar eindeloze variaties opvoert met de weerschijn van het
zich verdiepende blauw – en hoe levende wezens met ogen en bewustzijn, twee
onbegrijpelijk complexe instrumenten waardoor ze aangepast zijn aan deze hele
wonderlijke biotoop, dit alles toch vanzelfsprekend vinden, en erin ademen,
feilloos ontworpen door een dergelijk bestel. (329)