dinsdag 3 december 2013

los ingeslagen 140


19 augustus 2013

Na het ontbijt breken we alles op. Om 11 uur zijn we daarmee klaar, maar dan hebben we al een paar kennissen over de vloer gehad om afscheid te nemen. H. en G. zijn uitermate hartelijk. M., de jeugdboekenschrijfster, en Walküreridder R. al evenzeer. Idem voor J. en B. De tachtigjarige J. spreekt: ‘ Wij zullen elkaar terugzien. Als de berg niet naar Mohammed komt, komt Mohammed naar de berg.’ Een verhaspeling, maar dat doet er niet toe. Daarna is het de beurt aan M. en J. Ook dat afscheid verloopt allerhartelijkst. We hebben hier dit jaar echt wel vrienden gemaakt. Vervolgens gaan we naar de Fransen: A., M., J. en H. Die laatsten zijn zeer gelukkig met het geschenk dat we hun nu al geven voor hun huwelijksverjaardag in september. Ik zeg aan H., die het moeilijk heeft, dat hij zich sterk moet houden: ‘Je hebt veel vrienden die jou graag zien.’ Maar ineens ben ik daar zo zeker niet van. Wij hebben een gave om de eenzaamheid van de mensen niet te zien. En daarom voeg ik er nog aan toe, en ik meen het: ‘T’as une femme formidable.’ Dat dat even wat betuttelend is, kan me niet schelen. Ik zie deze mensen graag, een krop schiet me in de keel. Net als drie jaar geleden en de keer daarvoor verlaten we met tranen in de ogen onze geliefde camping.